De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur meer bepaald artikel 32 e.v.;
Gelet op de omzendbrief betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Overwegende dat de notulen van de zitting van 21 november 2023 ter goedkeuring worden voorgelegd,
Art. 1. De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 21 november 2023 goed te keuren.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder op de artikelen 2, 40, 42 §3, 43, 48 en 49 §1 en §2;
Gelet op de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 en de geldigverklaring ervan door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 2 januari 2019 (installatievergadering) houdende de aanstelling van de schepenen op basis van de gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen;
Gelet op de brief van 4 oktober 2023 van schepen Sarah Poppe houdende mededeling dat zij tijdelijk verhinderd zal zijn als schepen wegens ouderschapsverlof van (vermoedelijk) 1 februari 2024 tot 31 mei 2024;
Gelet op de akte van voordracht op naam van mevrouw Nicole Stevelinck;
Gelet op het voorstel dat de tijdelijke opvolging ingaat van zodra de periode van verhindering ingaat;
Overwegende dat de voorzitter van de gemeenteraad heeft vastgesteld dat de akte van voordracht op naam van mevrouw Nicole Stevelinck werd ondertekend door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen en door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen; dat de voorzitter van de gemeenteraad dus de ontvankelijkheid van de akte kan bevestigen,
Art. 1. Akte te nemen van de verhindering van schepen Sarah Poppe wegens ouderschapsverlof.
Art. 2. Akte te nemen van de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat-schepen, mevrouw Nicole Stevelinck.
Art. 3. Vast te stellen dat mevrouw Nicole Stevelinck de eed heeft afgelegd en derhalve als schepen is aangesteld voor de tijdelijke opvolging van mevrouw Poppe. Opvolging die ingaat van zodra de periode van verhindering ingaat.
Art. 4. De rangorde van de schepenen heden vast te stellen als volgt:
Rangorde |
Officiële naam |
Status |
Eedaflegging |
Einddatum mandaat |
Eerste schepen |
Koen Mertens |
Effectief |
2 januari 2019 |
|
Tweede schepen |
Peter De Bock |
Effectief |
31 januari 2023 |
|
Derde schepen |
Nicole Stevelinck |
Effectief |
19 december 2023 |
|
Art. 5. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van heden tot de tijdelijke vervanging van een schepen;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen voor de goede gang van de bestuursactiviteiten, de bevoegdheden op dat moment als volgt zullen verdelen,
Art.1. Akte te nemen van de volgende bevoegdheidsverdeling van het college van burgemeester en schepenen:
Burgemeester Deschepper Stijn:
1° schepen Mertens Koen:
2° schepen De Bock Peter:
3° schepen Nicole Stevelinck:
Voorzitter bijzonder comité voor de sociale dienst:
Art.2. Deze beslissing gaat in op het moment van de verhindering en wordt bekendgemaakt op de webtoepassing en ter kennis gebracht van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 november 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van de gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 houdende vaststelling van de jaarrekening 2022;
Overwegende dat mevrouw de Gouverneur meedeelt dat de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente Moerbeke, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 27 juni 2023, werd goedgekeurd,
Neemt kennis van de goedkeuring door mevrouw de Gouverneur van Oost-Vlaanderen van de jaarrekening 2022 van de gemeente.
De raad
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat eenmaal per jaar het meerjarenplan moet aangepast worden om de kredieten van het volgende jaar vast te stellen;
Overwegende dat daarbij ook nog de kredieten van 2023 kunnen aangepast worden;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 voldoet aan de evenwichtscriteria;
Overwegende dat op basis van schema M2, de staat van het financieel evenwicht, blijkt dat het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge voor de jaren 2020 - 2026 positief zijn;
Overwegende dat alle wijzigingen voor 2023 en voor de periode 2024-2026 uitgebreid werden gedocumenteerd;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 in overeenstemming is met de regels;
Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben maar dat elk orgaan bevoegd is voor de vaststelling ervan;
Art. 1. De aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 deel OCMW, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Art. 2. De aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 volgens de bepalingen van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur in digitale vorm te bezorgen aan de Vlaamse overheid.
Art. 3. De financieel directeur van deze beslissing in kennis te stellen en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat één keer per jaar de meerjarenplannen moeten aangepast worden om de kredieten voor het volgende jaar vast te stellen ;
Overwegende dat daarbij ook nog de kredieten van 2023 kunnen aangepast worden;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 4/2020 - 2026 voldoet aan de evenwichtscriteria;
Overwegende dat op basis van schema M2, de staat van het financieel evenwicht, blijkt dat het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge voor de jaren 2020 - 2026 positief zijn;
Overwegende dat alle wijzigingen voor 2023 en voor de periode 2024-2026 uitgebreid werden gedocumenteerd;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 in overeenstemming is met de regels;
Overwegende dat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben maar dat elk orgaan bevoegd is voor de vaststelling ervan;
Art. 1. De aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 deel gemeente vast te stellen.
Art. 2. De aanpassing van het meerjarenplan 4/2020-2026 volgens de bepalingen van artikel 250 van het decreet lokaal bestuur in digitale vorm te bezorgen aan de Vlaamse overheid.
Art. 3. De financieel directeur van deze beslissing in kennis te stellen en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de erediensten, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013;
Gelet op de omzendbrief BB 2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022 houdende kennisname van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Antonius Abt;
Gelet op de beslissing van de kerkraad Sint Antonius Abt van 21 oktober 2023 houdende voorstel tot budgetwijziging 2023;
Overwegende dat de budgetwijziging inhoudt dat de exploitatie-ontvangsten ongewijzigd blijven en dat de exploitatie-uitgaven globaal ongewijzigd blijven;
Gelet op de meerjarenplanning 2020-2025 zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2019;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het meerjarenplan, niet overschrijdt; dat derhalve de budgetwijziging dan nog enkel ter kennisgeving aan de gemeenteraad wordt voorgelegd,
Art. 1. Kennis te nemen van de budgetwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint Antonius Abt als volgt:
exploitatie ontvangsten |
€ 2.391,00 |
exploitatie uitgaven |
€ 39.180,00 |
Negatief saldo eigen dienstjaar |
€ -36.789,00 |
Gecorrigeerd overschot |
€ 12.655,37 |
Negatief saldo voor toelage |
€ - 24.133,63 |
De gemeentelijke toelage bedraagt € 24.133,63.
Investeringsontvangsten |
€ 0,00 |
Investeringsuitgaven |
€ - 70.593,14 |
Overschot investeringen |
€ - 11.393,11 |
De gemeentelijke toelage bedraagt € 59.200,00.
Art. 2. Deze beslissing te hechten aan de budgetwijziging 2023 welke er integraal deel van uitmaakt.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de erediensten, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013;
Gelet op de omzendbrief BB 2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst;
Gelet op de beslissing van de kerkraad Sint Antonius Abt van 21 oktober 2023 houdende voorstel tot budget 2024 met de toelichting;
Gelet op de meerjarenplanning 2020-2025 zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2019;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het meerjarenplan, niet overschrijdt; dat derhalve het budget 2024 dan nog enkel ter kennisgeving aan de gemeenteraad wordt voorgelegd,
Art. 1. Kennis te nemen van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint Antonius Abt als volgt:
exploitatie ontvangsten |
€ 2.347,73 |
exploitatie uitgaven |
€ 36.955,00 |
Negatief saldo eigen dienstjaar |
€ -34.607,27 |
Gecorrigeerd overschot |
€ 3.837,31 |
Negatief saldo voor toelage |
€ - 30.769,96 |
De gemeentelijke toelage bedraagt € 30.769,96.
Investeringsontvangsten |
€ 0,00 |
Investeringsuitgaven |
€ 0,00 |
Overschot investeringen |
€ - 11.393,11 |
Art. 2. Deze beslissing te hechten aan het budget 2024 welke er integraal deel van uitmaakt.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op het bij brief van 10 november 2023 door het bestuur van de Polder Moervaart en Zuidlede ingediend programma voor het ruimen van de waterlopen van derde categorie binnen de omschrijving van hun grondgebied, met raming van de kosten voor het dienstjaar 2024;
Overwegende dat de voormelde raming € 20.145,36 bedraagt;
Overwegende dat het vooral in het belang van de landbouw en het milieu, alsmede van de afwatering, noodzakelijk is alle voorname waterlopen regelmatig te onderhouden,
Art. 1. De voorlopige raming van € 20.145,36 voor de uit te voeren werken aan waterlopen van derde categorie gedurende het jaar 2024, zoals opgemaakt door de Polder Moervaart en Zuidlede, gunstig te adviseren;
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de Polder van Moervaart en Zuidlede en aan de Provinciale technische dienst, Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2 te 9000 Gent.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de Grondwet, inzonderheid de artikelen 41, 162 en 170, § 4;
Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992, inzonderheid de artikelen 465-470/2;
Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 over de gemeentelijke fiscaliteit;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente,
Art. 1. Voor het aanslagjaar 2024 een aanvullende gemeentebelasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2. De belasting vast te stellen op 7 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar en deze belasting te vestigen op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3. Dat de vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting door het toedoen van het bestuur der directe belastingen zullen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992.
Art. 4. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de Grondwet, inzonderheid artikel 170, § 4;
Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 464/1, 1°;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, inzonderheid artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente,
Art. 1. Voor het aanslagjaar 2024, 1170 opcentiemen op de onroerende voorheffing te vestigen.
Art. 2. Dat de vestiging en de inning van de gemeentebelasting zal gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);
Gelet op het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd op 16 september 2016 door de Vlaamse regering;
Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse regering van 15 februari 2019 over de gemeentelijke fiscaliteit;
Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Overwegende dat het gemeentebestuur in het kader van haar milieubeleid diverse diensten verzekert, o.a. onderhoud van rioleringen, bestrijding van schadelijke dieren,…;
Overwegende dat de kosten ten laste van de gemeente voor het milieubeheer zeer aanzienlijk zijn zodat het heffen van een milieubelasting opportuun is,
Art. 1. Ten behoeve van de gemeente en voor een termijn eindigend op 31 december 2024, een belasting te heffen op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.
Art. 2. De belasting bestaat uit volgende componenten:
A. Voor de ophalingen.
- Een forfaitair deel per lediging en dit enkel voor restafval;
- Een deel per aangeboden gewicht.
Het forfaitair deel per lediging en het deel per aangeboden gewicht blijft verschuldigd zolang de afmelding van de container(s), bij verhuizing, niet is gebeurd bij de intercommunale maatschappij die voor de huisvuilophaling instaat.
Voor de ophaling van grof vuil wordt enkel een belasting per kilogram aangeboden afval gerekend.
a. Forfaitair deel per lediging.
- € 0,12 per lediging van een 40-liter-container restafval;
- € 0,25 per lediging van een 120-liter-container restafval;
- € 0,50 per lediging van een 240-liter-container restafval;
- € 2,50 per lediging van een 1100-liter-container restafval.
Voor de lediging van ondergrondse containers zonder individueel badgesysteem in appartementsblokken wordt een ledigingsprijs aangerekend van een container van 120L zijnde € 0,25 per lediging en dit vermenigvuldigd met het aantal aangesloten appartementen. De ledigingsprijs wordt aangerekend aan de beheerder/syndicus van het betreffende appartementsblok.
b. Per aangeboden gewicht
1) Restafval:
De basisbelasting per kilogram aangeboden afval bedraagt € 0,25 per kilogram.
- Worden gratis ter beschikking gesteld: één container per adres van 240L of maximum 2 containers van 40L of van 120L per adres (grotere hoeveelheden zijn te beschouwen als bedrijfsafval);
- Aan inwoners die omwille van medische redenen (zoals incontinentie, nierdialyse, stoma,…) een grotere afvalproductie hebben en dit kunnen staven met een medisch attest, wordt een extra container van max. 240L ter beschikking gesteld;
- Voor de scholen is het aantal containers niet gelimiteerd maar dit wordt bepaald in onderling overleg met IDM, steeds gebaseerd op het containerverbruik uit het verleden en de afvalproductie die vrijkomt bij een afvalbewust gedrag;
- Voor collectieve voorzieningen wordt de afvalophaling van huishoudelijk afval bepaald in onderling overleg met IDM. Afhankelijk van de keuze wordt de belasting aangerekend aan de beheerder/syndicus of individueel aan de bewoners op basis van de geldende tarieven. Het beleidsplan 'behandeling huishoudelijk afval collectieve voorzieningen' van IDM geldt als referentie.
c. Lediging en aangeboden gewicht per volume
Voor de lediging van ondergrondse containers volgens een schuifsysteem van zakken van 60 liter en met een individueel badgesysteem wordt een prijs per aanbieding van € 2,06 (€ 0,18 ledigingskost en € 1,88 per aangeboden vuilzak).
Voor de lediging van ondergrondse containers volgens een schuifsysteem en met een individueel badgesysteem worden volgende tarieven aangerekend:
een schuifsysteem van 30 liter: een prijs per aanbieding van € 1,03 (€ 0,09 ledigingskost en € 0,94 per aangeboden vuilzak)
een schuifsysteem van 60 liter: een prijs per aanbieding van € 2,06 (€ 0,18 ledigingskost en 1,88 per aangeboden vuilzak).
2) GFT-afval.
De basisbelasting per kilogram aangeboden afval bedraagt € 0,12 per kilogram.
- Worden gratis ter beschikking gesteld: maximum 2 containers per adres van 40 L of maximum 2 containers van 120 L per adres.
- Voor de scholen is het aantal containers van 120L dat ter beschikking wordt gesteld niet gelimiteerd maar dit wordt bepaald in onderling overleg met IDM, steeds gebaseerd op het containerverbruik uit het verleden en de afvalproductie die vrijkomt bij een afvalbewust gedrag.
- Voor collectieve voorzieningen wordt de afvalophaling van huishoudelijk afval bepaald in onderling overleg met IDM. Afhankelijk van de keuze wordt de belasting aangerekend aan de beheerder/syndicus of individueel aan de bewoners op basis van de geldende tarieven. Het beleidsplan 'behandeling huishoudelijk afval collectieve voorzieningen' van IDM geldt als referentie.
- Voor de lediging van ondergrondse containers volgens een schuifsysteem en met een individueel badgesysteem worden volgende tarieven aangerekend:
een schuifsysteem van 10 liter: een prijs per aanbieding van € 0,19;
een schuifsysteem van 30 liter: een prijs per aanbieding van € 0,57;
een schuifsysteem van 60 liter: een prijs per aanbieding van € 1,14.
3) Grof vuil.
De belasting bedraagt € 0,20 per kilogram aangeboden grof vuil.
4) PMD.
Voor de lediging van ondergrondse PMD-afvalcontainers wordt een belasting aangerekend van 0,12 euro per aanbieding van PMD in een schuifsysteem van 60 liter en van € 0,06 per aanbieding van PMD in een schuifsysteem van 30 liter. Het PMD wordt los, dus zonder blauwe PMD-zak, in de schuif gedeponeerd.
B. Voor de deponeringen in het recyclagepark.
Categorie |
Tarieven |
|
|
Voor gezinnen ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Moerbeke |
Voor alle andere bezoekers (andere gezinnen, bedrijven, instellingen, vrije beroepen, verenigingen, e.d.) |
Grofvuil (*) |
€ 0,20/kg |
€ 0,20/kg |
Niet-recycleerbaar afval (*) |
€ 0,10/kg (**) |
€ 0,10/kg |
Recycleerbaar afval (*) |
€ 0,05/kg (**) |
€ 0,05/kg |
AEEA (*) |
€ 0,00/kg |
€ 0,00/kg |
KGA (*) |
€ 0,00/kg |
€ 0,05/kg |
Matrassen (*) |
€ 0,00/kg |
€ 0,00/kg |
*: als verschillende categorieën tezelfdertijd worden gedeponeerd (gezamenlijke weging), wordt het tarief van de gedeponeerde categorie dat het hoogst is, toegepast
**: de belasting is evenwel niet verschuldigd voor de eerste 500 kg afval (recycleerbaar en/of niet-recycleerbaar, exclusief grofvuil, AEEA en KGA) per dienstjaar en per gezin, aangevoerd tijdens de periode dat het desbetreffende gezin tijdens het desbetreffende dienstjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de gemeente Moerbeke.
C. Een vast recht.
Het vast recht bedraagt € 55 en wordt verminderd tot € 40 voor de volgende personen die als referentiepersoon op het aanslagbiljet vermeld:
De toelage zal automatisch worden toegekend via ophaling van de gegevens uit de Kruispuntbank.
De belastingplichtigen die niet automatisch de teruggave bekomen, dienen hiertoe een aanvraag in te dienen bij het gemeentebestuur ten laatste 30 september van het aanslagjaar, samen met een attest dat aantoont dat de belastingplichtige tot één van de bedoelde categorieën behoort.
Het attest moet betrekking hebben op een periode tussen 1 januari en 30 september van het aanslagjaar.
Voor de belastingplichtigen waarbij de toelage niet automatisch werd verrekend dient eerst het volledig bedrag betaald te worden en zal nadien de toelage uitbetaald worden en dit voor 31 december van het betreffende jaar.
Het attest kan afgeleverd zijn door één van de volgende instanties:
Art. 4. De belasting (componenten A en B) is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin en door elk bedrijf, elke instelling, elk vrij beroep, elke vereniging, e.d. welke gebruik maakt van:
- De op het grondgebied van de gemeente Moerbeke door IDM ter beschikking gestelde afvalcontainers;
- De ophaling op afroep van grof vuil;
- Het gemeentelijk recyclagepark.
Onder gezin wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken er samen leven.
Art. 5. Het vast recht (component C) is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en werkelijk in de gemeente verblijvend op 1 januari van het aanslagjaar en door de leden van elk gezin dat op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister, tenzij het gezin van de belastingplichtige eveneens ingeschreven is in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister. Dit gezin is de belasting slechts eenmaal verschuldigd. Deze uitzondering geldt niet indien het tweede verblijf verhuurd is.
Onder “gezin” dient te worden verstaan:
a) hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft;
b) hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
§2. De belasting is eveneens verschuldigd door iedere natuurlijke persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen, of door iedere natuurlijke en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente.
Indien het gezin van de belastingplichtige op hetzelfde adres gehuisvest is, is de belasting slechts eenmaal verschuldigd.
§3. De bepaling van §2 is niet van toepassing voor de belastingplichtige die onder het toepassingsgebied van §1 valt en een bedrijfsactiviteit uitoefent op een ander adres.
Art. 6. §1. Het vast recht is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de gemeente gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden, ongeacht of het over een hoofd- of ander verblijf gaat.
§2. Een woning, woongelegenheid, vestiging of bedrijf wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft of de hoofdingang gelegen is in de gemeente; deze plaats is ook de plaats van aanslag van de belasting.
§3. De belasting is verschuldigd per vestiging of bedrijf, vereniging, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de gemeente gelegen en door de gebruiker voorbehouden tot het uitoefenen van zijn zelfstandige activiteit of zijn vrij beroep, zijn vereniging (indien hij/zij voor die activiteiten geen rechtspersoon heeft opgericht).
Art. 7. §1. De belasting ten laste van een gezin wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, dit wil zeggen lastens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, die in het gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de mede gezinsleden behartigt en zich als dusdanig tegenover derden kenbaar gemaakt heeft, als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is.
§2. De belasting ten laste van bedrijven, instellingen, vrije beroepen, verenigingen, enz. wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep.
Art. 8. Om de toepassing van de belasting verordening te kunnen controleren of onderzoeken worden de personeelsleden, daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen, gemachtigd alle fiscale onderzoeksbevoegdheden uit te voeren die krachtens artikel 11 van het decreet van 30 mei 2008 toepassing vinden op het vlak van de gemeentebelastingen. Specifiek inzake de controle en het onderzoek van boeken en bescheiden die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting, is iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden beschikt, verplicht die zonder verplaatsing voor te leggen op ieder verzoek van deze personeelsleden. Deze personeelsleden zullen zich legitimeren via het aanstellingsbesluit en/of legitimatiebewijs. Iedereen is verplicht aan deze personeelsleden vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. Om de belastingplicht te kunnen bepalen of de grondslag van de belasting te kunnen controleren of onderzoeken, moet aan die personeelsleden de mogelijkheid geboden worden vaststellingen te doen. Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben die personeelsleden evenwel alleen toegang tussen vijf uur ’s morgens en negen uur ’s avonds, na machtiging van de politierechter tenzij uit vrije wil toegang wordt verleend.
Art. 9. De belasting wordt ingevorderd bij wijze van twee kohieren. Eén kohier heeft betrekking op het vast recht en het variabele gedeelte over een periode van 4 maanden (januari-april) en één kohier dat betrekking heeft op het variabele gedeelte over een periode van 8 maanden (mei-december).
De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 10. De belasting moet betaald worden binnen de 2 maand na toezending van het aanslagbiljet. Bij laattijdige betaling wordt, in toepassing van art. 4 van de invorderingsprocedure fiscale en niet fiscale ontvangsten, het te betalen bedrag verhoogd met de portkosten.
Art. 11. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag en tegen een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen die handelt als bevoegde administratieve overheid. Het bezwaar tegen de kohierbelasting moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt binnen de 15 dagen na ontvangst een schriftelijke ontvangstmelding gestuurd zowel naar de belastingschuldige en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en aan de financieel beheerder. Enkel als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting. In voorkomend geval deelt het college van burgemeester en schepenen aan de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger ten minste vijftien kalenderdagen voor de dag van de hoorzitting de datum, uur en plaats van de hoorzitting mee waarop het bezwaarschrift behandeld zal worden, evenals de dagen, uren en plaats waarop het dossier geraadpleegd zal kunnen worden. De aanwezigheid op de hoorzitting moet door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk of via duurzame drager worden bevestigd ten minste zeven kalenderdagen voor de dag van de hoorzitting. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wordt gehoord door het college van burgemeester en schepenen. De bevoegde overheid doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing. Die termijn van zes maanden wordt met drie maanden verlengd als de betwiste aanslag ambtshalve werd gevestigd. De beslissing van de bevoegde overheid wordt met een aangetekende brief betekend aan de belastingschuldige, en in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en wordt tevens ter kennis gebracht aan de financieel beheerder. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij een beroep kan worden ingesteld evenals de ter zake geldende termijn en vormen. De beslissing van de bevoegde overheid is onherroepelijk wanneer het beroep niet tijdig bij de bevoegde instantie is ingesteld.
Art. 12. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing toe te zenden aan IDM, Zelebaan 42 te 9160 Lokeren en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald de artikelen 465 tot 170bis;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op de omzendbrief omzendbrief KB/ABB2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Overwegende dat het ophalen van plastiek, metaal en drankverpakkingen (PMD) geschiedt door middel van plastiekzakken;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2019 houdende vaststelling van een retributie per plastiek zak van € 0,15;
Gelet op de brief van 25 oktober 2023 van de intercommunale Durme-Moervaart (IDM) houdende mededeling dat bij de opdracht voor de levering van PMD-zakken ook de levering van PMD-zakken met een inhoud van 90L is opgenomen voor inwoners met frequent veel PMD-afval;
Gelet op het voorstel van de Raad van Bestuur van IDM om voor de 90L PMD-zakken een uniform tarief toe te passen van € 0,20 per zak;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op de bevoegdheid van de gemeenteraad,
Art. 1. Vanaf 1 januari 2024 een retributie te heffen voor de selectieve ophaling van plastiek, metaal en drankverpakkingen (PMD) van € 0,15 per zak van 60L en € 0,20 per zak van 90L.
Art. 2. De retributie is door de aanvrager verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de zakken.
Art. 3. De invordering van de retributie gebeurt volgens de modaliteiten van de burgerlijke rechtspleging voor wat het betwiste gedeelte betreft.
Art. 4. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing toe te zenden aan IDM, Zelebaan 42 te 9160 Lokeren en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Bevoegdheid
De grondwet bepaalt in artikel 170 §4 dat geen belasting door de gemeente kan worden ingevoerd dan door de beslissing van haar raad.
De gemeenteraad is op basis van artikel 40 §3 DLB algemeen bevoegd om de belastingreglementen vast te stellen. Volgens artikel 41, §2, 14° is het vaststellen van
belastingen een aan de gemeenteraad voorbehouden bevoegdheid, die niet kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Het college van burgemeester en schepenen is volgens artikel 56 §1 DLB algemeen bevoegd voor de uitvoering van de besluiten van de gemeenteraad en op basis van artikel 56 §3 7° DLB voor de door een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit voorbehouden bevoegdheden.
Toelichting
In het kader van de fusie wordt vanaf 1 januari 2025 de retributie op huwelijken gelijk aan deze aangerekend door Lokeren.
Aangezien burgers reeds een aangifte in 2024 kunnen doen voor een huwelijk dat zal voltrokken worden in 2025, dienen de aanpassingen voor 2025 nu reeds opgenomen te worden in het retributiereglement.
Onze gemeente int tot heden geen retributie voor het voltrekken van een huwelijk maar een belasting conform het gemeenteraadsbesluit van 17.12.2019.
Met het oog op de fusie is het aangewezen om de tarieven van de retributies en de belastingen als zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Om die reden stelt het CBS voor om vanaf 1 januari 2024 een retributie te heffen op het voltrekken van een huwelijk en art. 2f van het gemeenteraadsbesluit van 17.12.2019 op te heffen.
De prijzen voor huwelijken zullen vanaf 1 januari 2024 vastgesteld worden op € 50,00 voor huwelijken op vrijdag en zaterdag, €20 euro voor alle andere dagen, inclusief huwelijksboekje. In 2025 zal er enkel gehuwd kunnen worden op vrijdag en zaterdag.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de retributie op huwelijken goed te keuren.
Feitelijke context
In het kader van de fusie stelt dienst burgerzaken voor om het retributiereglement op huwelijken overeen te stemmen met Lokeren. Aangezien burgers reeds een aangifte in 2024 kunnen doen voor een huwelijk dat zal voltrokken worden in 2025, dienen de aanpassingen voor 2025 nu reeds opgenomen te worden in het retributiereglement.
De prijzen voor huwelijken zullen vanaf 01.01.2024 vastgesteld worden op € 50,00 voor huwelijken op vrijdag en zaterdag en €20 euro voor alle andere dagen, inclusief huwelijksboekje. In 2025 zal er enkel gehuwd kunnen worden op vrijdag en zaterdag.
Juridische context
Artikel 170§4 GW
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting voor de provincie- en gemeentebelastingen en volgende wijzigingen.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en volgende wijzigingen.
Argumentatie
Op de gemeenteraad van 17 december 2019 werd de belasting op huwelijken gestemd vanaf aanslagjaar 2020.
In het kader van de fusie is het aangewezen om het retributiereglement op huwelijken overeen te stemmen met Lokeren.
Art. 1. Er wordt ten behoeve van de gemeente voor een termijn ingaande op 1 januari 2024 en eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op de huwelijken.
Art. 2. De retributie wordt voor het jaar 2024 als volgt vastgesteld :
Voltrekking huwelijk |
|
maandag, dinsdag, woensdag en donderdag |
€ 20,00 |
Vrijdag (mogelijk in Moerbeke en Lokeren) |
€ 50,00 |
Zaterdag (mogelijk in Moerbeke en Lokeren) |
€ 50,00 |
De retributie wordt voor het jaar 2025 als volgt vastgesteld:
Voltrekking huwelijk |
|
Donderdag (enkel mogelijk in Lokeren) |
€ 20,00 |
Vrijdag (mogelijk in Moerbeke en Lokeren) |
€ 50,00 |
Zaterdag (mogelijk in Moerbeke en Lokeren) |
€ 50,00 |
Art. 3. De retributie omvat het leggen van tapijten vanaf het voetpad tot in de trouwzaal. Bij regenweer worden de tapijten niet gelegd vanaf het voetpad maar enkel vanaf de deur van het stadhuis. De retributie wordt dan noch geheel, noch gedeeltelijk terugbetaald.
Art. 4. De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het huwelijk op het ogenblik van de aangifte van het huwelijk.
Art. 5. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de inning gevorderd worden overeenkomstig de invorderingsprocedure van fiscale en niet-fiscale ontvangsten.
Art. 6. Het tarief zoals vastgelegd in artikel 2, f) van het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 op te heffen.
Art. 7. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het burgerlijk wetboek, inzonderheid artikel 1582 tot en met 1701;
Gelet op het decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012, zoals gewijzigd tot heden;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten;
Gelet op de geplande wegeniswerken Statiestraat - Collemansbrug waarbij een nieuwe grenslijn werd bepaald die afwijkt van de oorspronkelijke rooilijnplannen van 25 mei 1936; dat de gemeente hierbij een bijkomende strook grond wil innemen;
Gelet op het definitief opmetingsplan van 24 april 2023 en het schattingsverslag van 19 januari 2023 opgemaakt door de heer Kristof Taillieu, beëdigd landmeter-expert te Lokeren;
Gelet op het opmetingsplan van 11 augustus 2006 van mevrouw Riet Cerpentier, beëdigd landmeter-expert te 9190 Stekene;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2023 houdende goedkeuring van de belofte tot minnelijke overdracht van de percelen aan de Statiestraat en Collemansbrug, opgemaakt door notariskantoor Annelies Verstraete, Zwaanaardestraat 18 te 9112 Sint-Niklaas, en ondertekend door de heer Verschraege Tino, wonende te 9180 Moerbeke-Waas, Spelonckvaart 1 en de heer en mevrouw Verschraege Robert en Van Rumste Hilde, beiden wonende te 9180 Moerbeke-Waas, Collemansbrug 2 A;
Overwegende dat de belofte tot minnelijke overdracht het mogelijk maakte de werken reeds aan te vatten;
Overwegende dat heden het ontwerp van notariële akte zoals opgemaakt door notaris Annelies Verstraete, ter goedkeuring wordt voorgelegd conform de bepalingen opgenomen in de belofte tot minnelijke overdracht,
Art.1. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp van notariële akte, opgemaakt door notariskantoor Annelies Verstraete, Zwaanaardestraat 18 te 9112 Sint-Niklaas houdende volgende rechtshandelingen.
Art. 2. Vast te stellen dat de akte ondertekend wordt door de burgemeester of zijn vervanger en door de algemeen directeur.
Art. 3. Deze beslissing ter kennis te brengen van de financieel directeur en van de notaris en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 41 en 292;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;
Gelet op het burgerlijk wetboek, artikelen 1582 t.e.m. 1701;
Gelet op de wet van 27 mei 1870, inzonderheid artikel 9;
Gelet op de omgevingsvergunning, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 5 december 2022 aan mevrouw Hilde Vanseveren en de heer Hans Vanseveren houdende verkaveling van een grond in 5 loten bestemd voor eengezinswoningen type open bebouwing;
Overwegende dat in het verkavelingsplan een strook grond is voorzien om gratis over te dragen en op te nemen in het openbaar domein;
Gelet op het opmetingsplan van 23 augustus 2023 opgemaakt door Kevin De Guchtenaere, landmeter-expert;
Overwegende dat volgens het opmetingsplan het een perceel grond betreft, dienstig als weg, ter plaatse gekend ‘Heirweg’, gekend volgens titel en huidig kadaster, sectie D, nummer 146D P0000, met een oppervlakte volgens huidig kadaster van 1a 25ca en volgens nagemelde meting van 116,40 m2;
Gelet op het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand zoals opgemaakt door notaris Filip Van der Cruysse, met standplaats te 9160 Lokeren, Stationsplein 11,
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp van akte van kosteloze overdracht om reden van openbaar nut, opgemaakt door notaris Filip Van der Cruysse, met standplaats te 9160 Lokeren, Stationsplein 11, aan de gemeente van een perceel grond, kadastraal gekend onder afd. 1, sectie D, nummer 146D P0000, met een oppervlakte volgens meting van 116,40 m².
Art. 2. De burgemeester en de algemeen directeur te machtigen de akte namens de gemeente te ondertekenen.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op het Provincieraadsbesluit van 15 november 2023 waarin de provincieraad Piet Van Caenegem, licentiaat in de rechten, juridisch deskundige bij de Cel Administratieve Sancties van de Provincie Oost-Vlaanderen, heeft voorgedragen als sanctionerend ambtenaar met betrekking tot de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS);
Gelet op de schriftelijke communicatie van 4 december 2023, vanwege de provincie Oost-Vlaanderen, departement POLIS, dienst Beleid en Ondersteuning, Cel Administratieve Sancties, waarbij de gemeente Moerbeke uitgenodigd wordt om Piet Van Caenegem aan te wijzen als bijkomende sanctionerend ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes;
Overwegende dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar noodzakelijk is om de continuïteit van de werking te verzekeren;
Overwegende dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar maakt dat de werklast bij de provinciale ambtenaren kan gedeeld worden met een extra kracht;
Overwegende dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar geen bijkomende kosten met zich meebrengt aangezien de gemeente betaalt per behandeld dossier,
Art. 1.De heer Piet Van Caenegem aan te wijzen als sanctionerend ambtenaar in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS).
Art. 2. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing toe te sturen aan:
Art.3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op artikel 41, 12° lid van het decreet lokaal bestuur over het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten;
Overwegende dat de VZW “Liberale en Sociale werken Moerbeke-Waas” eind december ophoudt te bestaan en de middelen die beschikbaar zijn enkel kunnen geschonken worden aan neutrale, lokale en sociale doelen;
Overwegende dat de VZW € 21.000,00 wenst te schenken ten behoeve van de BKO Alles Kids omdat zij aan de voorwaarden voldoen; dat de voorwaarde van de schenking inhoudt dat het bedrag besteed wordt aan de aankoop van materiaal;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
Art. 1. De schenking door de VZW “Liberale en Sociale werken Moerbeke-Waas” van € 21.000,00 ten behoeve van de BKO Alles Kids te aanvaarden.
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via het digitaal loket lokale besturen zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Toelichting
Projectvereniging Lokeren, Lochristi, Moerbeke, Wachtebeke werd door de vier lokale besturen opgericht op 1 januari 2018, met als opdracht de lokale samenwerking tussen besturen onderling en andere betrokken partners, die als doelstelling hebben het stimuleren van het tewerkstellings- en activeringsbeleid, te bevorderen. De projectvereniging wil ondermeer streven naar de uitvoering van projecten die de tewerkstellingsgraad van kwetsbare doelgroepen in het werkingsgebied verhogen alsook naar een gedragen beleidsvisie. De organisatie wijk-werken heeft als doelstelling om werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen minstens gericht op het behoud van reeds verworden competenties. Dit gebeurt door het uitvoeren van maatschappelijk relevante activiteiten binnen een reële arbeidsmarktomgeving door middel van werkplekken op lokaal niveau bij een gebruiker.
De huidige werkingstermijn van projectvereniging wijk-werken LLMW verloopt op 31 december 2023. De vier lokale besturen dienen bijgevolg voor 31 december te beslissen om vanaf 2024 als samenwerkingsverband te blijven inzetten op wijk-werken, sociale economie en andere initiatieven die het tewerkstellings- en activeringsbeleid verbeteren.
Naast deze verlenging dienen gelet op de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen tevens voor 31 december 2023 enkele wijzigingen aan de statuten aangebracht te worden. De statuten werden voorgelegd aan de raad van bestuur op dinsdag 5 december 2023.
Aan de raad wordt gevraagd de verlenging van de projectvereniging en de aanpassingen van de statuten goed te keuren.
Bevoegdheid
Artikel 40 §1 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Feitelijke context
Projectvereniging Lokeren, Lochristi, Moerbeke, Wachtebeke werd door de vier lokale besturen opgericht op 1 januari 2018, met als opdracht de lokale samenwerking tussen besturen onderling en andere betrokken partners, die als doelstelling hebben het stimuleren van het tewerkstellings- en activeringsbeleid, te bevorderen. De projectvereniging wil onder meer streven naar de uitvoering van projecten die de tewerkstellingsgraad van kwetsbare doelgroepen in het werkingsgebied verhogen alsook naar een gedragen beleidsvisie. De organisatie wijk-werken heeft als doelstelling om werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen minstens gericht op het behoud van reeds verworden competenties. Dit gebeurt door het uitvoeren van maatschappelijk relevante activiteiten binnen een reële arbeidsmarktomgeving door middel van werkplekken op lokaal niveau bij een gebruiker.
De huidige werkingstermijn van projectvereniging wijk-werken LLMW verloopt op 31 december 2023. De vier lokale besturen dienen bijgevolg voor 31 december te beslissen om vanaf 2024 als samenwerkingsverband te blijven inzetten op wijk-werken, sociale economie en andere initiatieven die het tewerkstellings- en activeringsbeleid verbeteren.
Naast deze verlenging dienen gelet op de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen tevens voor 31 december 2023 enkele wijzigingen aan de statuten aangebracht te worden. De statuten werden voorgelegd aan de raad van bestuur op dinsdag 5 december 2023.
De voorliggende statuten bevatten volgende wijzigingen:
Aan de raad wordt gevraagd de verlenging van de projectvereniging en de aanpassingen van de statuten goed te keuren.
Juridische context
Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.
Koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Artikels 401-412 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Decreet wijk-werken van 7 juli 2017.
Besluit van de gemeenteraad van 24 oktober 2017 betreffende de oprichting van projectvereniging wijk-werken LLMW.
Argumentatie
Teneinde het samenwerkingsverband te behouden wordt de projectverlenging van projectvereniging wijk-werken gevraagd voor een termijn van 6 jaar (1 januari 2024 - 31 december 2029).
Teneinde de statuten van de Projectvereniging Wijk-Werken LLMW in overeenstemming te brengen met het DLB en het nieuwe WVV wordt gevraagd de nieuwe statuten goed te keuren.
Art. 1. Akkoord te gaan met een verlenging van projectvereniging Wijk-Werken voor de termijn van 6 jaar.
Art. 2. De aangepaste statuten goed te keuren.
Art. 3. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van dit besluit te bezorgen aan de deelnemende besturen en aan de VDAB en ter kennis te brengen van de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen via de overzichtslijst zoals bedoeld in artikel 252§ 1 van het gemeentedecreet.
Namens Gemeenteraad,
Karin Van de Sompel
Algemeen directeur
Robby De Caluwe
Voorzitter