De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur meer bepaald artikel 32 e.v.;
Gelet op de omzendbrief betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Overwegende dat de notulen van de zitting van 29 maart 2022 ter goedkeuring worden voorgelegd,
Art. 1. De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 29 maart 2022 goed te keuren.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;
Gelet op het proces-verbaal van de kiesverrichtingen van 14 oktober 2018 welke geldig werden verklaard op 5 december 2018;
Gelet op de installatievergadering van 2 januari 2019;
Gelet op de mail van 24 maart 2022 waarbij mevrouw Antje Van Hecke, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 verkozen op de lijst nr. 3 CD&V+ en als raadslid geïnstalleerd op 2 januari 2019, haar ontslag indient als gemeenteraadslid, tevens OCMW raadslid;
Gelet op het feit dat de ontvangst van de kennisgeving van het ontslag door de gemeenteraadsvoorzitter plaatsvond op 29 maart 2022, waardoor het ontslag definitief werd,
Art. 1. Kennis te nemen van het ontslag van gemeenteraadslid Antje Van Hecke (CD&V+).
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;
Gelet op het proces-verbaal van de kiesverrichtingen van 14 oktober 2018 welke geldig werden verklaard op 5 december 2018;
Gelet op de installatievergadering van 2 januari 2019;
Gelet op de mail van 24 maart 2022 waarbij mevrouw Antje Van Hecke, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 verkozen op de lijst nr. 3 CD&V+ en als raadslid geïnstalleerd op 2 januari 2019, haar ontslag indient als gemeenteraadslid, tevens OCMW raadslid;
Gelet op het feit dat de ontvangst van de kennisgeving van het ontslag door de gemeenteraadsvoorzitter plaatsvond op 29 maart 2022 waardoor het ontslag definitief werd;
Gelet op het feit dat in de gemeenteraadszitting van heden kennis werd genomen van hierboven vermeld ontslag;
Gelet op het feit dat uit het goedgekeurd proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 blijkt dat de eerste in aanmerking komende opvolger die werd verkozen op de lijst nr. 3 CD&V+, mevrouw Bea De Schepper is; dat zij het mandaat wenst op te nemen;
Overwegende dat na onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat mevrouw Bea De Schepper nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet en zich niet bevindt in één der gevallen van onverenigbaarheid zoals voorzien in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur,
Art. 1. De geloofsbrieven van mevrouw Bea De Schepper goed te keuren.
Art. 2. Mevrouw Bea De Schepper met het oog op de aanstelling als titelvoerend lid van de gemeenteraad uit te nodigen om de eed af te leggen in handen van de voorzitter als volgt: ”Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het proces-verbaal van de kiesverrichtingen van 14 oktober 2018 welke geldig werden verklaard op 5 december 2018;
Gelet op de installatievergadering van 2 januari 2019;
Gelet op de aanstelling van een nieuw gemeenteraadslid in zitting van heden;
Overwegende dat de gemeenteraad ingevolge deze aanstelling opnieuw dient over te gaan tot de vaststelling van de rangorde van de raadsleden,
Art. 1. De rangorde van de gemeenteraadsleden vast te stellen als volgt:
vnr. |
Naam en voornaam |
Anciënniteit |
Datum eed |
Aantal stemmen |
Leeftijd |
1 |
Robby De Caluwé |
02/01/2001 |
02/01/2019 |
1129 |
|
2 |
Thierry Walbrecht |
02/01/2001 |
02/01/2019 |
537 |
|
3 |
Lut van de Vijver |
02/01/2007 |
02/01/2019 |
418 |
|
4 |
Inge Mertens |
02/01/2007 |
02/01/2019 |
354 |
|
5 |
Frederic Dierinck |
02/01/2007 |
02/01/2019 |
320 |
|
6 |
Koen Mertens |
12/01/2010 |
02/01/2019 |
561 |
|
7 |
Sarah Poppe |
02/01/2013 |
02/01/2019 |
617 |
|
8 |
Stijn Deschepper |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
802 |
|
9 |
Peter De Bock |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
423 |
|
10 |
Nicole Stevelinck |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
339 |
|
11 |
Martine Dieleman |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
233 |
|
12 |
Marc Cossaer |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
131 |
|
13 |
Seline Somers |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
104 |
|
14 |
Tom Hillaert |
02/01/2019 |
02/01/2019 |
74 |
|
15 |
Annelie Van Hecke |
26/01/2021 |
26/01/2021 |
207 |
|
16 |
Kathleen Plasschaert |
26/01/2021 |
26/01/2021 |
178 |
|
17 |
Bea De Schepper |
26/04/2022 |
26/04/2022 |
156 |
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Bevoegdheid
De gemeenteraad is bevoegd op grond van artikel 345, 345/1 en 346 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Feitelijke context
De intentie om de stad Lokeren en de gemeente Moerbeke samen te voegen is ontstaan na verkennend onderzoek door en overleg tussen het college van burgemeester en schepenen en de algemeen directeurs van beide besturen.
Uit deze verkennende gesprekken bleek dat de stad Lokeren en de gemeente Moerbeke de bereidheid hebben de mogelijkheid tot een fusie verder af te toetsen.
De Stad Lokeren en de gemeente Moerbeke grenzen aan elkaar over een afstand van ca. 10km.
Momenteel zijn er reeds verschillende vormen van samenwerking tussen beide besturen (niet-limitatieve opsomming):
• De afvalintercommunale IDM waarin beide gemeenten partner zijn;
• De intercommunale Interwaas waarin beide gemeenten partner zijn;
• De woonzorgcentra van Moerbeke en Lokeren werden samengevoegd tot één Zorgbedrijf Sakura;
• De Lokerse kunstacademie heeft een filiaal in Moerbeke
• Voor de uitbating van het vaccinatiecentrum werken Moerbeke en Lokeren samen (ook met Waasmunster);
• Voor de vorming van de woonmaatschappij werken beide gemeenten samen;
• Er zijn (kleinschalige) gemeenschappelijke initiatieven op het vlak van Het Huis van het Kind, Babytheek, mountainbikeroutes, ruiter- en menroutes, …;
Argumentatie
De Vlaamse Regering wil schaalvergroting ondersteunen om sterke en bestuurskrachtige lokale besturen te creëren. Dit gebeurt onder andere door samenvoegingen van gemeenten te stimuleren en te ondersteunen. De Vlaamse Regering neemt verschillende maatregelen, namelijk een tijdelijke verhoging van het aantal uitvoerende politieke mandatarissen, een schuldovername, een garantieregeling voor verschillende fondsen, een optimalisatie van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en een ondersteunende opdracht voor de provinciegouverneurs.
Lokale besturen kiezen vrijwillig of en met wie ze fuseren. De stad Lokeren en de gemeente Moerbeke houden daarbij o.m. rekening met volgende specifieke vaststellingen en argumenten:
Deze intentie tot samenvoeging wordt gedeeld door de colleges van burgemeester en schepenen van Lokeren en Moerbeke, en wordt op 25 en 26 april 2022 voorgelegd aan de respectievelijke gemeenteraden.
Na beraadslaging,
Art. 1. De gemeenteraad hecht zijn principiële goedkeuring aan een vrijwillige samenvoeging van gemeente Moerbeke met de stad Lokeren.
Art. 2. De beoogde samenvoegingsdatum is 1 januari 2025.
Art. 3. De voorgenomen samenvoeging wordt verder onderzocht met het oog op een eventuele goedkeuring van het gezamenlijke voorstel tot samenvoeging door de gemeenteraad en indiening van dit voorstel bij de Vlaamse Regering uiterlijk op 31 december 2023.
Art. 4. Algemeen directeur van stad en OCMW Lokeren Steven Verbeke wordt aangeduid als de algemeen directeur-coördinator. Algemeen directeur van gemeente en OCMW Moerbeke Karin Van de Sompel ondersteunt hem.
Art. 5. Financieel directeur van stad en OCMW Lokeren Dieter Saey-Van Peteghem wordt aangeduid als de financieel directeur-coördinator. Financieel directeur van gemeente en OCMW Moerbeke Hilde De Block ondersteunt hem.
Art. 6. De Vlaamse Regering wordt in kennis gesteld van deze principiële beslissing tot samenvoeging. Dit besluit heeft pas uitwerking wanneer de gemeenteraad van Lokeren ook zijn principiële goedkeuring aan de samenvoegingsoperatie geeft.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen, inzonderheid artikel 4.39/2, § 2;
Gelet op het decreet van Vlaamse Regering van 9 juli 2021: “Decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen”, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 10 september 2021, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Gelet op het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zijnde het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, en het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2021 tot wijziging van het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft de sociale huur, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 21 februari 2022;
Gelet op het regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024;
Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 23 oktober 2020 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied in te dienen;
Gelet op de intentieverklaring vorming woonmaatschappij die de lokale besturen van Lokeren, Moerbeke en Waasmunster afsloten op 28 juni 2021, met de gedeelde intentie om met de drie partijen samen één grote woonmaatschappij te vormen tegen 2023 en samen verder praktische uitwerking te geven aan de vorming van de woonmaatschappij;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2021 houdende goedkeuring aan de intentieverklaring tussen de stad Lokeren, de gemeente Waasmunster en de gemeente Moerbeke om samen 1 grote woonmaatschappij te vormenvoorstel van intentieverklaring;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 houdende advies om de gemeente Moerbeke tot een werkingsgebied te laten behoren met Lokeren en Waasmunster;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 houdende definitieve vastlegging van de werkingsgebieden;
Overwegende dat in een volgend besluit de Vlaamse regering de onderlinge stemverhouding van de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied zal vaststellen; dat dit is vastgelegd in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (zie artikel 4.39/2, §2), die ook bepaalt dat de gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, samen altijd over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten beschikken die verbonden zijn aan de aandelen;
Gelet op de procedure tot vaststelling en wijziging van de stemverhoudingen, zoals voorzien in artikel 4.102/2 en 4.102/3 van het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (gecoördineerde versie van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 voor wat betreft het luik Woonmaatschappij); dat de Vlaamse regering de stemverhouding vaststelt op basis van de volgende objectieve criteria:
Overwegende dat het besluit voorziet dat de Vlaamse Regering ook rekening kan houden met andere criteria die vermeld zijn in een advies van de gemeenteraad van een of meerdere gemeenten uit het werkingsgebied;
Overwegende dat wanneer in juni 2022 de Vlaamse Regering deze stemverhoudingen zal vastleggen, dit hoogstwaarschijnlijk op basis van de gegevens dd. 31 december 2021 zal gebeuren (als deze tegen dan beschikbaar zijn); dat in het eerste jaar van de legislatuur na elke gemeenteraadsverkiezing partijen kunnen verzoeken om de percentages te wijzigen, bijvoorbeeld op basis van de gewijzigde data die onderliggend aan de bepaling van de percentages zijn gebruikt;
Gelet op de brief van Vlaams minister van Begroting, Onroerend Erfgoed en Wonen, Matthias Diependaele, naar aanleiding van de vaststelling van het werkingsgebied Waasland-West;
Overwegende dat de Vlaamse regering zich voorneemt om zo snel mogelijk een beslissing te nemen over de onderlinge verdeling van de stemrechten en daarvoor opnieuw wil steunen op het advies van de lokale besturen; dat de Minister dan ook vraagt om uiterlijk vrijdag 13 mei 2022 het advies van het lokaal bestuur hierover te bezorgen door middel van een uittreksel van de beslissing van de gemeenteraad;
Overwegende dat de Minister verzoekt om er rekening mee te houden dat de Vlaamse regering verplicht is om in haar beslissing rekening te houden met minstens de 2 bovenvermelde objectieve criteria; dat de Minister vraagt om in het advies van het lokaal bestuur deze criteria daarom best expliciet te vermelden en aan te geven welke andere criteria het lokaal bestuur eventueel voorstelt, alsook het gewenste gewicht aan elk van de criteria te geven;
Overwegende dat bij gebrek aan een advies dat voldoet aan de vormvereisten de Vlaamse regering de verdeling zal doen op basis van de bovenvermelde 2 objectieve criteria;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
Art. 1. Dat de gemeenteraad achter het principe staat om de onderlinge stemverhouding tussen de lokale besturen van Lokeren, Moerbeke en Waasmunster (zijnde de drie lokale besturen die samen de woonmaatschappij zullen vormen binnen het werkingsgebied Waasland-West) vast te leggen op basis van de volgende objectieve criteria:
Art. 2. Dat de gemeenteraad achter het principe staat om de in artikel 1 vermelde criteria elk een gelijk gewicht toe te kennen:
Art. 3. Dat het ingenomen standpunt kenbaar wordt gemaakt aan de Vlaamse Regering tegen uiterlijk vrijdag 13 mei 2022, door middel van een uittreksel van dit besluit via e-mail aan woonmaatschappij@vmsw.be.
Art. 4. De stad Lokeren en de gemeente Waasmunster van deze beslissing in kennis te stellen.
Art. 5. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur,
Overwegende dat overeenkomstig artikel 432 van voormeld decreet lokaal bestuur, de algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers; voor de gemeenten worden ze rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden, en voor de overige deelnemers door de organen die, krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn tot deelneming of toetreding te beslissen;
Overwegende dat de gemeente per aangetekend schrijven van 12 april 2022 werd opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van Interwaas die op 18 mei 2022 plaatsvindt;
Gelet op alle relevante stukken, agenda en documenten;
Overwegende dat het noodzakelijk is dat de gemeente zich uitspreekt over de punten die werden aangebracht op de agenda van de hierboven vermelde algemene vergadering;
Gelet op het feit dat de heer Robby De Caluwé, burgemeester werd aangeduid als vertegenwoordiger van de algemene vergadering en de mevrouw Inge Mertens, gemeenteraadslid, als plaatsvervanger voor de duur van de huidige legislatuur;
Gelet op het feit dat de gemeente ten volle haar rol wil spelen als aandeelhouder van Interwaas,
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan de agendapunten van de algemene vergadering van Interwaas d.d. 18 mei 2022, als volgt:
Art.2. Akte te nemen van de eerder aangeduide vertegenwoordigers: de heer Robby De Caluwé als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Inge Mertens als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente.
Art.3. De vertegenwoordigers op te dragen hun instemming te betuigen met alle voorgestelde agendapunten van de gewone algemene vergadering.
Art.4. Deze beslissing bekend te maken aan Interwaas, Lamstraat 113, 9100 Sint-Niklaas, en deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid de artikelen 302 en 303;
Overwegende dat elke gemeente en OCMW dient te beschikken over een klachtenbehandelingssysteem;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 maart 2019 houdende goedkeuring reglement inzake klachtenbehandeling;
Gelet op de ontvangst van 3 klachten voor de gemeente tijdens 2021 waarvan er 2 ongegrond waren;
Overwegende dat deze klachtenformulieren worden geregistreerd in het klachtenregister,
Art. 1. Kennis te nemen van de klachten geregistreerd in het klachtenregister in 2021.
Art. 2. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid van de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 56, §1;
Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008;
Gelet op zijn beslissing d.d. 6 juli 2010, waarbij de raad beslist om vanaf 1 januari 2010 een aanvullend pensioenstelsel in te richten voor zijn contractuele personeelsleden en de statutair tijdelijke personeelsleden om de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel te verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Overwegende dat tot op heden het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;
Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten; Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;
Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten;
Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen;
Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement;
Overwegende dat het bestuur de vastgestelde minimumbijdrage moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) moet behaald worden;
Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;
Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;
Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;
Gelet op het akkoord tussen de VVSG en de vakbonden m.b.t. het Kaderreglement, dat op 30 maart 2022 formeel bekrachtigd is binnen het onderhandelingscomité C1;
Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;
Overwegende het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 7 maart 2022 om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging; waarbij het college van burgemeester en schepenen opteerde voor continuïteit door bestendiging van het bestaande beleid;
Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met OCMW Moerbeke (0212.199.277) een MIPS-groep te vormen om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen;
Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Overwegende dat voormelde intentieverklaring van het college van burgemeester en schepenen en voormelde documenten in het bijzonder onderhandelingscomité van 28 maart 2022 besproken werden; dat deze bespreking leidde tot volgend niet bindend advies: gunstig advies voor toetreding vanaf 1 januari 2022 tot OFP Prolocus, Afzonderlijk Vermogen VVSG;
Overwegende dat er een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren,Art. 1. Kennis te nemen van en in te stemmen met:
Art. 2. Met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Art. 3. In te stemmen met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Art. 4. Vast te stellen dat de pensioentoezegging 3% van het pensioengevend loon bedraagt.
Art. 5. Samen met OCMW Moerbeke een zogenaamde MIPS-groep te vormen.
Art. 6. De heer Robby De Caluwé af te vaardigen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus en de heer Stijn Deschepper als vervanger van voorgaande indien hij niet aanwezig kan zijn.
Art. 7. De voorzitter en de algemene directeur te machtigen om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het decreet van 7 december 2018, inzonderheid betreffende de openbaarheid van bestuur en de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, artikels 326 tot en met 341 betreffende het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het EFRO-project ‘Onderneem Er Op Uit’ van de provincie Oost-Vlaanderen met het doel het lokale beleid af te stemmen op de behoeften van de ondernemers, via een verbetering van de dienstverlening;
Gelet op de quickscan lokale economie en digitalisering waaruit is gebleken dat ondernemers vragende partij zijn naar een grotere betrokkenheid en een betere toegankelijkheid van de gemeentelijke diensten;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2021 houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerbeke en de Provincie Oost-Vlaanderen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een expert lokale economie voor het opzetten en uitvoeren van een ondernemersvriendelijke dienstverlening voor een periode van zes maanden;
Gelet op de evaluatievergadering van 8 maart 2022;
Gelet op de vraag vanuit de Provincie Oost-Vlaanderen om de huidige samenwerking verder te zetten;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de samenwerking te verlengen met een periode van zes maanden tot 31 december 2022 omdat het college van burgemeester en schepenen van oordeel is dat dergelijke samenwerking voor onze gemeente een meerwaarde betekent,
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerbeke en de Provincie Oost-Vlaanderen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een expert lokale economie voor het opzetten en uitvoeren van een ondernemersvriendelijke dienstverlening voor een periode tot 31 december 2022 a rato van 1 dag per week.
Art. 2. Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Art. 3. Een voor eensluidend verklaard uittreksel van deze beslissing te bezorgen aan de Provincie Oost-Vlaanderen, evenals deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de financieel directeur en de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de nog geldende bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, zoals gewijzigd tot heden;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2020 houdende vaststelling nieuw reglement gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op de talloze aanvragen van horeca-uitbaters om een terras op te stellen op de openbare weg;
Overwegende dat de gemeente de komende jaren wil inzetten op meer kwalitatieve publieke ruimte waarbij ook terrassen worden ingericht in harmonie met hun omgeving;
Overwegende dat terrasinrichtingen echter ten allen tijden verplaatsbaar moeten zijn en geen gesloten uitbreiding kunnen vormen van de private handelszaak;
Overwegende dat de inname van openbaar domein door terrassen gereglementeerd moet worden;
Gelet op het voorstel van reglement, gunstig geadviseerd door de ondernemingsraad,
Art. 1. Volgend reglement inzake de inname van openbaar domein door terrassen goed te keuren als volgt.
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.
Artikel 1: Doel.
Gemeente Moerbeke bepaalt bij wijze van dit reglement de procedure tot het toekennen van een terrasvergunning.
De terrasvergunning vermeldt:
Artikel 2: Definities.
Artikel 3: Doelgroep en toepassingsgebied.
§1. Alle uitbaters van een horecazaak of pop-up horecazaak die een terras of zomerterras willen uitbaten op het openbaar domein van Gemeente Moerbeke dienen hiervoor de terrasvergunning aan te vragen.
§2. Dit reglement is niet van toepassing op de evenemententerrassen. De toelating voor een evenemententerras wordt aangevraagd via het evenementenloket samen met de toestemming voor de organisatie van het evenement. Een aparte terrasvergunning is niet vereist.
§3. Dit reglement is ook niet van toepassing op de uitbaters van (pop-up) horecazaken die een terras wensen uit te baten op privaat domein.
§4. De terrasvergunning wordt aangevraagd conform de werkwijze in artikel 4.
Hoofdstuk II. De vergunning voor de private inname van het openbaar domein voor het plaatsen van een terras.
Artikel 4: Aanvraag terrasvergunning.
§1. De aanvrager dient ten laatste 45 kalenderdagen voor de voorziene opstelling van het terras of zomerterras een aanvraag voor het bekomen van de terrasvergunning in bij het college van burgemeester en schepenen, zodat indien nodig tijdig adviezen kunnen worden ingewonnen bij de bevoegde diensten. Deze aanvraag gebeurt door afgifte tegen ontvangstbewijs of digitaal via het digitale formulier ‘aanvraag inname openbaar domein’.
§2. De vergunning kan verleend worden voor en jaarterras of zomerterras.
Het jaarterras betreft de permanente, afgebakende opstelling aansluitend aan de (pop-up) horecazaak; het zomerterras de tijdelijke opstelling tussen 15 maart en 15 november, al dan niet aansluitend aan de betreffende (pop-up) horecazaak en niet-noodzakelijk afgebakend.
§3. De aanvraag gaat vergezeld van
§4. Indien de aanvraag het plaatsen van een terras betreft grenzend of voorliggend aan de voor- en/of zijgevel van een ander pand nabij de horecazaak, dan dient de aanvraag eveneens vergezeld te gaan van een schriftelijk advies van de eigenaar van dat pand. Bij verandering van naburige eigenaar kan deze opnieuw schriftelijk advies geven.
§5. De aanvraag voor een terrasvergunning stelt de aanvrager niet vrij van eventuele andere vergunnings- en/of meldingsplicht, zoals deze bestaan voor de omgevingsvergunning of vanwege het Agentschap Onroerend Erfgoed.
Indien een omgevingsvergunning verplicht is, zoals voor het plaatsen van vaste constructies, moet de aanvrager naast het bekomen van een terrasvergunning, ook een omgevingsvergunning aanvragen via het omgevingsloket.
Artikel 5: Voorwaarden voor het bekomen van de terrasvergunning.
§1. De terrasvergunning kan enkel worden verleend wanneer voldaan is aan volgende voorwaarden:
a) De aanvrager en horecazaak voldoen aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen uitgaande van de hogere en de gemeentelijke overheid, waaronder deze van het reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij uitbating van de horecazaken.
b) De obstakelvrije doorgang voor voorbijgangers wordt steeds gegarandeerd.
c) De integrale toegankelijkheid en de evacuatiemogelijkheden (aantal uitgangen, evacuatiebreedte) van het terras, de betreffende (pop-up) horecazaak, de bovenliggende woongelegenheden of kantoorruimtes en de aanpalende panden worden gerespecteerd.
d) De vrije doorgang van 4 meter voor de hulpdiensten wordt gerespecteerd. Concreet betekent dit dat de inname van het openbaar domein:
e) Voorzieningen van openbaar nut zoals hydranten, straatkolken, verlichtingsmasten enz. blijven steeds bereikbaar. Indien deze voorzieningen zich in of rondom de aangevraagde locatie bevinden, dienen deze te worden aangegeven op het inplantingsplan.
f) De veiligheid van de terrasgebruikers wordt gegarandeerd, o.m. de voldoende afstand ten overstaan van gemotoriseerd verkeerd, openbaar vervoer, fietsverkeer,….
g) Er wordt geen beschadiging aangebracht op het openbaar domein om er voorwerpen of constructies in te bevestigen.
h) Het terras wordt ingericht en uitgebaat conform de gemeentelijke richtlijnen, zoals bepaald in artikel 6.
§2. Voor de toekenning van de terrasvergunning voor jaarterrassen geldt bijkomend dat het terras duidelijk dient te worden afgebakend, met windschermen of groenvoorziening.
Artikel 6: Inrichting en uitbating.
§1. Bij de inrichting van een terras wordt gestreefd naar harmonie. Voor de leefbaarheid van het openbaar domein en de visuele rust moeten de vormgeving, de gebruikte materialen de kleuren van de terrasinrichting steeds een eenheid vormen en passen in de omgeving en bij het pand.
Daarom gelden voor de inrichting van alle terrassen volgende voorschriften.
a) Terrasmeubilair.
b) Zonnetenten of luifel.
c) Parasols.
d) Windschermen.
e) Verwarming.
f) Verlichting.
g) Groenvoorziening.
Indien de terraszone wordt afgebakend met bloembakken, moeten deze voldoen aan volgende voorwaarden:
h) Terrasvloer.
In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer het openbaar domein het niet toestaat veilig een terras te plaatsen, kan een terrasvloer gebruikt worden. Het gaat in dat geval om een flexibele constructie die te allen tijde kan worden weggenomen.
§2. Voor de inrichting van terrassen is niet toegestaan:
a) Het plaatsen van een gesloten terras.
b) Alle installaties voor het bereiden van eten of schenken van dranken. Dit is enkel mogelijk indien aangevraagd en toegestaan in het kader van een evenement.
c) Elke vorm van geluidsdragers op het terras. Dit is enkel mogelijk indien aangevraagd en toegestaan in het kader van een evenement.
d) Vuurmanden, vuurschalen en kachels.
e) Losliggende kabels of andere nutsvoorzieningen op of over de openbare weg.
f) Het aanbrengen van vaste markeringen op de onderliggende verharding.
§3. De vergunninghouder leeft de noodzakelijke hygiënische verplichtingen na, waaronder volgende:
Artikel 7: Afwijkingen.
§1. Tijdens evenementen, kermissen en festiviteiten kan de vergunninghouder van dit reglement afwijken, mits voorafgaandelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.
§2. Indien het vergunde (zomer)terras tijdens evenementen, markten en dergelijke de goede orde, organisatie en veiligheid kunnen verhinderen, dient het vergunde (zomer)terras op het eerste verzoek van het college van burgemeester en schepenen tijdelijk weggenomen te worden, conform de bepalingen in artikel 9 §6.
Artikel 8: Toekenning van de terrasvergunning.
§1. Wanneer aan de voorwaarden uit artikel 5 en 6 wordt voldaan, kan het college van burgemeester en schepenen aan de aanvrager een terrasvergunning verlenen.
§2. Voor de behandeling van de aanvraag kan het college van burgemeester en schepenen advies inwinnen bij interne en externe diensten, waaronder de Brandweerzone, Politie, Agentschap Wegen en Verkeer en Agentschap Onroerend Erfgoed.
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om in de terrasvergunning bijzondere voorwaarden op te nemen, afhankelijk van specifieke omstandigheden, zoals de voorwaarden in het advies van de brandweer. Het is voor de uitbater verplicht om deze voorwaarden na te leven.
Artikel 9: Geldigheid van de terrasvergunning
§1. De terrasvergunning voor een horecazaak geldt voor onbepaalde duur, tenzij anders bepaald.
§2. De terrasvergunning voor een pop-up horecazaak geldt voor de termijn zoals vermeld op de vergunning.
§3. De terrasvergunning wordt afgeleverd aan de aanvrager en is niet overdraagbaar.
§4. De terrasvergunning geldt enkel voor het terras zoals vermeld op de vergunning. Voor iedere wijziging of vervanging van het terras moet opnieuw een terrasvergunning worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
§5. Een terrasvergunning vervalt van rechtswege:
§6. Bij verval van de terrasvergunning dient het terras direct verwijderd te worden en dient het openbaar domein hersteld te worden naar de toestand vóór de private inname.
§7. De vergunning is precair, wat betekent dat ze altijd kan worden herroepen, gewijzigd of geschorst om redenen waarover het college van burgemeester en schepenen oordeelt, zonder dat de vergunninghouder ten aanzien van het college enig recht op schadeloosstelling of vergoeding kan laten gelden, noch dat enige erfdienstbaarheid of andere zakelijke rechten of voorrechten hieruit kunnen voortvloeien.
Zo ook in geval van werken aan het openbaar domein waarop de terraszone gelegen is. In dat geval dient de vergunninghouder op het eerste schriftelijk verzoek van het gemeentebestuur de terraszone vrij te maken. Indien de vergunninghouder dit niet doet, zal aan de gemeentediensten het bevel gegeven worden om dit te doen en vallen gemaakte kosten ten laste van de overtreder.
Hoofdstuk III. Handhaving.
Artikel 10: Aansprakelijkheid.
§1. Het verlenen van een terrasvergunning legt geen enkele verplichting, noch aansprakelijkheid bij de Gemeente in verband met het behoeden van de op het openbaar domein geplaatste voorwerpen.
§2. Schade aan de terraselementen door externe omstandigheden of door de weersomstandigheden zijn ten laste van de vergunninghouder.
§3. Gemeente Moerbeke is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen met of door terraselementen.
§4. De houder van de terrasvergunning blijft verantwoordelijk voor alle schade en ongevallen aan derden of aan het openbaar domein, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van een terras, stand of uitstalling of het niet naleven van dit reglement de houder van de terrasvergunning is hiervoor adequaat verzekerd.
§5. De houder van de terrasvergunning legt de nodige voorzichtigheid aan de dag bij de opstelling van terraselementen. Mogelijke schade aan het openbaar domein valt ten laste van de vergunninghouder. Bij de minste twijfel over de aanwezigheid van leidingen en kabels dient informatie te worden ingewonnen bij nutsbedrijven. Alle voorzieningen van openbaar nut zoals straatnaamborden, verlichtingspalen en pictogrammen moeten steeds zichtbaar en bereikbaar zijn.
§6. De bevoegde gemeentediensten herstellen eventuele schade aan de openbare weg veroorzaakt door aanleg en/of uitbating van het terras op kosten van de houder van de terrasvergunning. De vergunninghouder verbindt er zich ertoe elke beschadiging onmiddellijk te melden en zelf voorlopig de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen.
Artikel 11: Sancties.
§1. Bij niet-naleving van de vergunningsvoorwaarden ontvangt de overtreder, behoudens in geval van hoogdringendheid, een schriftelijke waarschuwing. Na een termijn van 14 dagen kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning schorsen en bij volharding intrekken.
§2. Bij de schorsing of intrekking van de vergunning is de overtreder gehouden op zijn of haar kosten de opstellingen waarvoor hem een vergunning werd verleend onmiddellijk te verwijderen, hetzij voor de duur van de schorsing, hetzij definitief. Bij verzuim zullen deze ambtshalve worden verwijderd op kosten van de overtreder.
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan in het geval van de wederrechtelijke inname van het openbaar domein bij gebrek aan een vergunning het terras onmiddellijk laten verwijderen op kosten van de overtreder.
Het weggenomen materiaal wordt door de gemeente bijgehouden voor een periode van maximaal zes maanden en wordt ter beschikking gesteld nadat de overtreder de kosten voor ophaling en bewaring heeft betaald. Het materiaal wordt teruggegeven in de staat waarin het zich bevindt, zonder dat de gemeente aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele beschadigingen.
Indien de overtreder het materiaal in de gegeven periode niet komt ophalen, wordt het materiaal automatisch eigendom van de gemeente. Ook in dat geval blijven de kosten voor ophaling en bewaring (en indien nodig verwerking) echter verschuldigd.
§4. Behoudens bovenvermelde maatregelen, kan de burgemeester altijd de nodige maatregelen nemen om redenen van openbare orde, veiligheid en gezondheid.
Hoofdstuk IV. Inwerkingtreding.
Artikel 12: Overgangsperiode.
§1. Bestaande vergunningen voor de private inname van het openbaar domein voor het plaatsen van een terras vervallen per 31 december 2022.
§2. Nieuwe aanvragen voor de private inname van het openbaar domein voor het plaatsen van een terras, na de inwerkingtreding van dit reglement, voldoen aan de bepalingen van onderhavig reglement. Voor de inrichting kunnen, mits motivatie, in 2022 uitzonderingen worden toegestaan.
§3. Vanaf 1 januari 2023 dienen alle private innames van het openbaar domein voor het plaatsen van een terras te voldoen aan de bepalingen van dit reglement.
Artikel 13: Inwerkingtreding.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 mei 2022.
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken aan de politie en op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Gelet op het Masterplan 2050 waar met betrekking tot de ambitie ‘heldere organisatie verkeer’ in de meerjarenplanning 2020-2024 een budget werd opgenomen voor de herinrichting van de kruispunten, Statiestraat-Dorpvaart, Dorpvaart-Moerhofstraat, Moerhofstraat-Hospicestraat, Hospicestraat-Korte Damstraat op de lus;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 januari 2021 houdende aanstellen ontwerper voor herinrichting kruispunten en voet- en fietspaden: goedkeuring lastvoorwaarden en gunningwijze;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 april 2021 houdende gunning van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor herinrichting kruispunten en voet- en fietspaden – alle percelen” aan de firma Sweco, Elfjulistraat 43 te 9000 Gent;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2022 houdende goedkeuring van de lastvoorwaarden en de gunningwijze voor de wegeniswerken;
Overwegende dat uit de opmeting voor de herinrichting van het kruispunt Dorpvaart-Moerhofstraat is gebleken dat het noodzakelijk is een deel private eigendom te verwerven;
Gelet op de aankoop van de woning, gelegen Moerhofstraat, notarieel verleden op 7 maart 2022;
Overwegende dat de afbraak van de woning noodzakelijk is voor de realisatie van de werken;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de afbraak van de woning uit te besteden en hiervoor de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking toe te passen;
Gelet op het voorstel van lastvoorwaarden;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 20.661,15 excl. btw of € 25.000 incl. 21% btw;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is 0050-00/6146100,
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2022/400 en de raming voor de opdracht “Sloop woning Moerhofstraat”. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 20.661,15 excl. btw of € 25.000 incl. 21% btw.
Art. 2. Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3. De uitgave voor deze opdracht te voorzien op 0050-00/6146100.
Art. 4. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid van de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
Overwegende dat in onze gemeente voornamelijk de betonnen landbouwwegen in zeer slechte staat zijn (veel betonplaten zijn volledig kapot en ingezakt) en grondige herstellingen/vervanging van de betonplaten zich opdringen;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Vervangen betonplaten” een bestek met nr. 2022/402 werd opgesteld;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 139.000,00 excl. btw of € 168.190,00 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op 0200-2240000,
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2022/402 en de raming voor de opdracht “Vervanging betonplaten”. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 139.000,00 excl. btw of € 168.190,00 incl. 21% btw.
Art. 2. Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3. De uitgave voor deze opdracht te voorzien op 0200-2240000 en in ieder geval te beperken tot maximum € 139.000 excl.btw.
Art. 4. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid van de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Namens Gemeenteraad,
Karin Van de Sompel
Algemeen directeur
Peter De Bock
Voorzitter