Terug Gemeenteraad

Tue 10/09/2019 - 19:30 Raadzaal

Openbaar

  • Goedkeuring notulen vorige zitting.

    De notulen van de vorige zitting van 25 juni 2019 worden ter goedkeuring voorgelegd. Kan de gemeenteraad de notulen goedkeuren?

  • Het college van burgemeester en schepenen ontving de jaarrekening van de kerkfabriekraad Sint-Filippus en Jacobus.

    De gemeenteraad is bevoegd hierover advies uit te brengen. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor gunstig advies uit te brengen.

    Exploitatie ontvangsten

    € 974,48

    Exploitatie uitgaven

    € 4.217,62

    Negatief saldo eigen dienstjaar

    € 3.243,14

    Overschot

    € 1.16

    Exploitatie voor toelage

    € 3.241,98

    Toelage

    € 0,00

    Overschot exploitatie

    € - 3.241,98

     

    Investeringsontvangsten

    € 8.217,67

    Investeringsuitgaven

    € 2.380,87

    Overschot

    € 5.836,00

    Investeringstoelage

    € 8.217,67 waarvan 1/3 of € 2.739,22 voor Moerbeke

  • Het college van burgemeester en schepenen ontving de jaarrekening van de kerkfabriekraad H. Hart Kruisstraat.

    De gemeenteraad is bevoegd hierover advies uit te brengen. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor gunstig advies uit te brengen

    Investeringsontvangsten

    € 0,00

    Investeringsuitgaven

    € 0,00

    Tekort

    € 0,00

    Overboeking

    € 0,00

    Art. 2. Deze beslissing te hechten aan de jaarrekening 2018 welke er integraal deel van uitmaakt.

    Exploitatie ontvangsten

    € 16.112,18

    Exploitatie uitgaven

    € 16.905,93

    Negatief saldo eigen dienstjaar

    € 793,75

    Overschot

    €13.886,93

    Exploitatie voor toelage

    € 13.093,18

    Toelage

    € 0,00

    Overschot exploitatie

    € 13.093,18

  • De cvba Zefier is de coöperatieve vennootschap die sinds 2017 alle hernieuwbare activiteiten van de financieringsverenigingen van Eandis bundelt.

    Onze gemeente is deelnemer in de cvba Zefier en heeft via Zefier strategische participaties onderschreven ingevolge de bovenvermelde herstructurering van de financieringsverenigingen.

    De participaties werden bij de vroegere financieringsintercommunales o.m. gefinancierd met thesauriebewijzenprogramma’s, waarvoor de deelnemers (de gemeenten) borg hebben gestaan. Zefier heeft nu beslist om voor die participaties ook een thesauriebewijzenprogramma op te zetten. Hiervoor zal Zefier samenwerken met Belfius.

    Als gemeente staan wij wel al borg voor een deel van de financiering die Zefier heeft aangegaan, maar Belfius vraagt nu uitdrukkelijk aan de gemeenten om voor dit thesauriebewijzenprogramma uitdrukkelijk toestemming te verlenen en het te aanvaarden zonder voorbehoud.

    Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de gemeenteraad een aantal gebruikelijke verbintenissen die noodzakelijk zijn in het kader van een borgtochtovereenkomst en die bovendien essentieel zijn om verder te kunnen blijven genieten van het thesauriebewijzenprogramma, aanvaard.

    Heden heeft één van die participaties waarvan hoger sprake, Portfineco, te kennen gegeven dat een kapitaalverhoging noodzakelijk is om bijkomende investeringen in windturbines van Zeebrugge te kunnen doen. Het gaat over € 800.000,00.

    Zefier vraagt aan de gemeente of wij pro rata van ons deel (=0,22%) de kapitaalverhoging mee willen onderschrijven. Ons aandeel vertegenwoordigt € 2.212,50 en de kapitaalverhoging betreft € 1.760,00.

    Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om op het voorstel in te gaan en cvba Zefier te verzoeken om het kapitaal uit deze rekeningsector over te boeken.

  • De parochie Sint-Philippus en Jacobus strekte zich uit over de gemeenten Moerbeke en Stekene. Het gemeentebestuur van Moerbeke droeg verhoudingsgewijs bij in de onkosten van de kerkfabriek Sint-Philippus en Jacobus (ten belope van 1/3).

    Het kerkenbeleidsplan Moerbeke voorziet dat de kerk Koewacht onttrokken wordt aan de eredienst.

    In navolging hiervan werd in 2018 een gebiedswijziging doorgevoerd waardoor de parochie beperkt wordt tot de gemeente Moerbeke.

    In 2019 wordt de parochie van Koewacht samengevoegd met de parochie Sint-Antonius Abt te Moerbeke.

    De motivatie is dat het gebruik van de kerk voor de eredienst niet meer nodig is en dat de gemeente Moerbeke bereid is om de eigendom van de kerk over te nemen.

    Notariskantoor Roegiers en Tack leggen aan de gemeenteraad een akte voor kosteloze overdracht voor openbaar nut, ter goedkeuring voor.

    Kan de gemeenteraad deze ontwerpakte goedkeuren en de burgemeester en de algemeen directeur machtigen om de akte te ondertekenen?

  • De provinciale bevoegdheden inzake cultuur werden vanaf 1 januari 2018 overgedragen aan de Vlaamse overheid. Via het nieuwe decreet bovenlokale cultuurwerking, dat van kracht wordt op 1 januari 2020, is het de bedoeling dat er naar intergemeentelijke samenwerking wordt gestreefd. Interwaas heeft daartoe een overleg opgericht en gefaciliteerd tussen de tien Wase gemeenten. Dit overleg heeft geresulteerd in een cultuurnota (in bijlage) welke Interwaas wil indienen om de subsidie bovenlokaal cultuurwerk te verwerven voor de regio Waasland.

    Het nieuw decreet heeft tot doel een kwalitatieve, duurzame, diverse en geïntegreerde bovenlokale cultuurwerking te bouwen, te stimuleren en te optimaliseren; en cultuurparticipatie te bevorderen en te versterken.

     Het decreet gaat uit van vijf principes:

    1. Culturele sectoren en disciplines, waar zij een bovenlokale meerwaarde bieden, ondersteunen en stimuleren tot transversaliteit: kunsten, cultureel erfgoed, circuskunsten, sociaal-cultureel werk, amateurkunsten;
    2. Het verbindende karakter van het bovenlokale veld tussen het lokale cultuurbeleid en het Vlaamse niveau erkennen en versterken;
    3. Aandacht hebben voor regionale verschillen;
    4. In het kader van bovenlokaal cultuurwerk de samenwerkingen in een cultureel ecosysteem met andere beleidsdomeinen (onderwijs, welzijn, toerisme, economie, sport, ruimtelijke ordening, onroerend erfgoed …) stimuleren
    5. Aandacht hebben voor innovatie en vernieuwende voorbeeldwerkingen.

    In het kader van dit decreet kan een intergemeentelijk samenwerkingsverband werkings-subsidies aanvragen om duurzame voorwaarden te creëren om geïntegreerd bovenlokaal cultuurwerk te ontwikkelen, in stand te houden en te verspreiden door het vervullen van een regisseursrol als verbinder, facilitator en verduurzamer van het bovenlokale culturele veld. Deze werkingssubsidie bedraagt maximaal 100.000 EUR per jaar, volgens het principe van een euro voor een euro vanuit de regio.

    Een aanvraag tot het bekomen van een structurele werkingssubsidie gebeurt door het indienen van een cultuurnota met een transversale, gedragen en consistente visie op het bovenlokale cultuurwerk binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband. In het Waasland zijn er momenteel twee bestaande bovenlokale samenwerkingen die niet langer voor subsidies in aanmerking komen, namelijk WACCO en Bibliowaas. Het is evenwel de bedoeling dat het nieuwe intergemeentelijk samenwerkingsverband de hoofdlijnen van hun werking integreert in een ruimer verhaal. Interwaas heeft daarom in samenwerking met afgevaardigden van de 10 Wase gemeenten, WACCO en Bibliowaas een cultuurnota uitgewerkt als basis voor het indienen van een subsidiedossier tegen uiterlijk 30 september 2019.

    Interwaas startte niet met een wit blad: waardevolle aspecten uit de werking van de bestaande bovenlokale werkingen (WACCO en Bibliowaas) werden mee opgenomen in een (nieuwe) structuur en in de cultuurnota. Een ander aanknopingspunt was het lokale cultuurbeleid waarin voor vele partners wellicht een aantal noden op bovenlokaal niveau kunnen worden opgepikt.

    Het indienen van een subsidiedossier dient te gebeuren vanuit een Intergemeentelijke Samenwerking. In de voorliggende cultuurnota wordt gekozen voor één IGS (en dus één subsidieaanvraag) in het Waasland. Om te vermijden dat een nieuw IGS moet worden opgericht of een bestaand IGS moet worden uitgebreid, wordt er (op basis van de positieve ervaringen met Erfgoedcel Waasland en Bibliowaas) tevens voor gekozen om het IGS te integreren in Interwaas.

    Na het indienen van de cultuurnota kan een jaarlijkse subsidie van maximaal € 100.000,00 bekomen worden op voorwaarde dat vanuit het IGS eenzelfde bedrag wordt ingebracht. De goedkeuring van het IGS is geldig voor een periode van zes jaar.

    Diverse scenario’s voor de budgettering van deze cofinanciering werden uitgewerkt. Na grondige besprekingen werd geopteerd voor cofinanciering op basis van een bedrag per inwoner, dit impliceert een jaarlijkse bijdrage van 0,35 €/inwoner.

  • Goedkeuring toetreding IGS Wonen.

    De lokale besturen hebben conform artikel 28, §1 van de Vlaamse Wooncode de regierol voor het woonbeleid op hun grondgebied. Dit betekent dat ze een coördinerende en sturende rol opnemen om het woonbeleid op lokaal niveau te realiseren. Ze hebben een aantal belangrijke uitvoerende taken op het vlak van betaalbaar wonen, kwaliteitsbewaking en dienstverlening naar de burger.

    Op 1 januari 2019 trad het besluit van de Vlaamse Regering over het lokaal woonbeleid in werking. Hierin is een nieuwe subsidieregeling voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten (IGS) woonbeleid voor de periode 2020-2025 vervat. Ook nieuwe IGS-projecten kunnen opstarten.

    Met deze Vlaamse subsidie wil de Vlaamse regering de gemeenten ondersteunen in hun regisseursrol en hen stimuleren om intergemeentelijk samen te werken met het oog op de realisatie van de drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal woonbeleid:
    1. De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.
    2. De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
    3. De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

    Daartoe moeten de deelnemende steden en gemeenten een aantal verplichte activiteiten uitvoeren. Zij kunnen desgewenst ook een aantal aanvullende activiteiten uitvoeren. Bij de uitvoering van het project moeten de steden en gemeenten bijzondere aandacht besteden aan de meest woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden en aan transversale en bovenlokale thema's die raakpunten hebben met wonen.

    De gemeenteraad besliste in zitting van 30 april 2019 om in te stappen in een intergemeentelijk samenwerkingsverband (IGS) Wonen, georganiseerd door Interwaas, en mee te werken aan de uitwerking van een intergemeentelijk project.

    Door de samenwerking met andere gemeenten kan ook een hoger subsidiebedrag bekomen worden afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten.

    Wonen-Vlaanderen verplicht gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ook om een partnerschap aan te gaan met een Energiehuis. Interwaas is het energiehuis in de regio.

    Het is de bedoeling om het IGS en het Energiehuis zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en dan in het bijzonder wat betreft de loketwerking ‘wonen en energie’. Bedoeling is om te streven naar een uniek energie- en woonloket waarbij de gemeenten/steden in hun eerstelijnsfunctie door Interwaas ondersteund worden en waar het IGS en het Energiehuis zullen instaan voor de tweedelijnsinvulling.

    Het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas treedt op als initiatiefnemer voor het indienen van een subsidieaanvraag bij het Agentschap Wonen-Vlaanderen voor 3 clusters lokaal woonbeleid met telkens 3 gemeenten.

    8 van de 10 steden en gemeenten die lid zijn van Interwaas en de gemeente Hamme hebben een principebeslissing ‘toetreding IGS Woonbeleid’ goedgekeurd. Gemeente Zwijndrecht maakt reeds deel uit van een intergemeentelijk samenwerkingsverband wonen via Igean en gemeente Waasmunster besliste om niet deel te nemen.

    Via intergemeentelijke samenwerking en de daaraan gekoppelde subsidies kunnen de 9 steden en gemeenten hun lokaal woonbeleid kwalitatief en professioneel verder uitbouwen. 

    De 3 clusters zijn als volgt samengesteld:

    Cluster Waas 1: Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Stekene

    Cluster Waas 2: Kruibeke, Moerbeke, Sint-Niklaas

    Cluster Waas 3: Beveren, Hamme, Temse

    In dit kader kunnen lokale besturen beroep op de ondersteuning en deskundigheid van Interwaas, het Agentschap Wonen-Vlaanderen en de Provincie Oost-Vlaanderen.

    De ondersteuning bestaat uit een subsidie voor de verplichte activiteiten, evt. verhoogd met een subsidie voor de aanvullende activiteiten.  

    Verplichte activiteiten: de subsidie wordt berekend op basis van  een puntensysteem, waarbij een subsidiepunt overeenstemt met € 12.000 per werkingsjaar. De subsidie voor de verplichte activiteiten bedraagt 5 subsidiepunten, welke cumulatief verhoogd kunnen worden op basis van

    - het aantal private huishoudens in het werkingsgebied;

    - het aantal nieuwe gemeenten in een IGS-Project;

    - het aantal gemeenten binnen het werkingsgebied met min. 2.500 en max. 5.000 private huishoudens.

    De subsidie voor de verplichte activiteiten kan niet meer bedragen dan twaalf subsidiepunten.

    Per cluster bedraagt de basissubsidie:

    Cluster 1: € 108.000.

    Cluster 2: € 132.000.

    Cluster 3: € 120.000.

    Vanaf 2023 vermindert de basissubsidie met 2 punten of € 24.000 per cluster.

    De basissubsidie zal aangewend worden voor extra personeelsinzet, aan te werven door Interwaas en in te zetten voor dit regionaal project.

    Aanvullende activiteiten.

    De subsidie wordt berekend als een percentage van de subsidie van de verplichte activiteiten: 5% voor een aanvullende activiteit uit de lijst van Agentschap Wonen-Vlaanderen, 3% voor een eigen voorstel van aanvullende activiteit en dit à rato van het aantal huishoudens per gemeente die zich voor deze aanvullende taak engageert.

    De aanvullende subsidie zal voor de eerste 3 jaar 2020-2022 door het IGS wonen worden doorgestort naar die gemeente die de aanvullende activiteit uitvoert. Dit wordt herbekeken voor de periode 2023-2025 omdat er dan waarschijnlijk vanuit het IGS een aantal gezamenlijke aanvullende activiteiten zullen worden opgenomen.

    De aanvullende activiteiten hoeven niet in elke deelnemende stad/gemeente van het werkingsgebied uitgevoerd te worden. Voor onze gemeente worden geen aanvullende activiteiten voorzien.

    Inspanningsverbintenis.

    Het besluit lokaal woonbeleid legt heel wat verplichtingen op aan het lokaal bestuur en bij uitbreiding aan een IGS wonen. De subsidie die Wonen-Vlaanderen geeft voor een IGS-project is niet toereikend om alle verplichte basisactiviteiten te kunnen uitvoeren. Aangezien de Wase lokale besturen een deel van de verplichte basisactiviteiten zelf zullen uitvoeren, wordt geen financiële bijdrage aan de gemeenten gevraagd.

    Er is dus sprake van een inspanningsverbintenis van het lokaal bestuur om in te staan voor de uitvoering van de verplichte basisactiviteiten waarvoor het geen beroep doet op het IGS. Bij niet-uitvoering van zo’n basistaak, vervalt de subsidie volledig voor die beleidsprioriteit waaronder de actie valt en dit à rato van het aantal huishoudens van de betreffende gemeente. De lokale besturen verbinden zich ertoe in dat geval het verlies aan werkingsmiddelen voor het IGS (en dus de andere deelnemende gemeenten) evenredig te compenseren.

    Stuurgroep

    De projecten worden begeleid en ondersteund door een stuurgroep waarin elke deelnemende gemeente ten minste is vertegenwoordigd door een mandataris.

    Wonen-Vlaanderen wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de stuurgroep. Van elke stuurgroepvergadering wordt een verslag gemaakt, de verslagen vormen de rapportering over de projectuitvoering. De rapportering over het afgelopen werkingsjaar moet dus duidelijkheid bieden over de mate van realisatie en de behaalde resultaten van elk van de verplichte en aanvullende activiteiten. Op basis daarvan kan Wonen-Vlaanderen het werkingsjaar beoordelen en het passende subsidiesaldo bepalen en uitbetalen.

    Wonen-Vlaanderen beoordeelt een werkingsjaar op basis van de verslagen van de stuurgroepvergaderingen van dat werkingsjaar en van het verslag van de eerste stuurgroepvergadering van het volgende werkingsjaar, die in het eerste kwartaal plaatsvindt. Die beoordeling kan leiden tot een vermindering van het subsidiebedrag (in mindering te brengen op het saldo, of terug te vorderen) of - in extremis - tot een herziening of stopzetting van de subsidiëring.

    Voorstel van beslissing.

    Volgende beslissingen worden ter goedkeuring voorgelegd:

    1. De toetreding tot cluster 2 van het IGS voor de periode van 2020-2025 samen met de gemeente Kruibeke en stad Sint-Niklaas, dit om aanspraak te kunnen maken op de subsidies intergemeentelijke samenwerkingsprojecten lokaal woonbeleid.

    2. De inspanningsverbintenis om in te staan voor de uitvoering van de verplichte basisactiviteiten waarvoor we geen beroep doen op het IGS omdat bij niet-uitvoering van zo’n basistaak, de subsidie volledig vervalt voor die beleidsprioriteit waaronder de actie valt en dit à rato van het aantal huishoudens van de betreffende gemeente. De gemeente verbindt zich ertoe in dat geval het verlies aan werkingsmiddelen voor het IGS Interwaas evenredig te compenseren.

    3. De machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om de verdeling van taken tussen het intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid en de gemeente Moerbeke vast te leggen.

    4. De aanduiding van de volgende mandataris om deel uit te maken van de stuurgroep: de heer Koen Mertens, schepen.

  • De gemeenteraad keurde op 27 mei 2008 principieel de aanleg van een verkeersveilig wandel- en fietstraject langs de oude spoorwegbedding goed.

    Met het provinciebestuur werd besproken om langs het volledige traject van het fietspad (oude spoorwegbedding) nieuwe verlichting te voorzien conform de prestatie-eisen voor fietssnelwegen;

    Fluvius heeft een verlichtingsstudie opgemaakt en bezorgde een prijsofferte voor het volledig vernieuwen van openbare verlichting langsheen de spoorwegbedding opgesplitst in een gedeelte ten laste van de gemeente en een deel ten laste van de provincie:

    - verwijderen van 90 bestaande palen geraamd op € 26.305,88 (volledig ten laste van de gemeente);

    - plaatsen en aansluiten van nieuwe OV (LED-verlichting) geraamd op € 173.782,33 (gesubsidieerd);

    Kan de gemeenteraad dit goedkeuren?

  • De gemeente Moerbeke neemt voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en gas deel aan de opdrachthoudende vereniging Imewo.

    Sinds eind 2004 behoren de openbare verlichtingsnetten en -aansluitingen tot de eigendom van de distributienetbeheerders. De exploitatie van de openbare verlichting maakt als openbare dienstverplichting deel uit van de activiteit ‘netbeheer elektriciteit’. De exploitatiekosten, met uitzondering van de materiaalkosten hieraan verbonden, kunnen hierdoor worden opgenomen in het distributienettarief.

    De activiteiten met betrekking tot de openbare verlichting die niet onder deze openbaredienst­verplichting vallen (bv. renovatiewerken), worden beschouwd als een nevenactiviteit.  Dit is een niet-gereguleerde activiteit waarvoor een vergoeding aan kostende prijs wordt aangerekend aan de deelnemers.

    De deelnemers van Imewo hebben in 2004 naar aanleiding van de overname (aankoop) door de distributienetbeheerder van de openbare verlichtingsnetten via gemeenteraadsbesluit de beheersoverdracht rond de activiteit openbare verlichting herbevestigd/beslist.  Statutair werd ingeschreven dat deze beheersoverdracht voor de exploitatie van de openbare verlichting geldt voor de volledige duur van de aansluiting en dat de beheersoverdracht voor de nevenactiviteit openbare verlichting steeds herroepbaar is.

    De gemeenteraad heeft op 28 november 2017 de beslissing genomen om de bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen tegen de symbolische waarde van 1 euro te verkopen aan de opdrachthoudende vereniging.  Vandaag is deze operatie op juridisch en notarieel vlak echter nog niet geheel afgerond.

    Ingevolge de fusie van Eandis System Operator cvba en Infrax cvba tot Fluvius System Operator cvba werden de diverse systemen inzake het aanbod van openbare verlichting richting de lokale besturen in kaart gebracht.  Dit resulteerde in een nieuw (verbeterd) aanbod openbare verlichting. 

    Steden en gemeenten staan voor grote uitdagingen op het vlak van de openbare verlichting, milieu, energiebesparing, kostenefficiëntie en Smart City. Er is de snelle technologische evolutie op het vlak van de verlichtingstoestellen en hun aansturing. Lokale besturen krijgen tal van mogelijkheden om gegevens te verzamelen waarmee ze hun beleid beter kunnen afstemmen op de behoeften en vragen van hun burgers, het lokale bestuur zelf, de overheid en ondernemingen. Daarnaast hebben de lokale besturen zich via de burgemeestersconvenanten geëngageerd tot doelstellingen op het vlak van energie-efficiëntie en CO2-besparing.

    Als werkmaatschappij voor de netbeheerders in dienst van de lokale besturen wil Fluvius System Operator (hierna ‘Fluvius’) een actieve ondersteuning aanbieden bij de uitwerking van een beleid op maat op vlak van milieu, verlichting en Smart City-infrastructuur (de netten, steunen en erop geïnstalleerde applicaties).

    De raad van bestuur van Imewo heeft in zitting van 10 mei 2019 het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’  goedgekeurd.  Dit reglement wordt toegevoegd als bijlage bij dit gemeenteraadsbesluit.  Het reglement kan als volgt worden samengevat.

    1.1      Scope: verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen van openbare verlichting.

    Er wordt voorgesteld om de per 1 januari 2020 bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting in te brengen bij de distributienetbeheerder.

    Het betreft in het bijzonder verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting die zich situeren op of langs de openbare weg of op terreinen die publiek toegankelijk zijn en die toebehoren aan de gemeente zelf, met name:

    • functionele verlichting, waarbij de functie het verlichten is van wegen, oversteekplaatsen, fiets- en wandelpaden, tunnels, waterlopen en pleinen met uitzondering van de installaties in het beheer van het Agentschap voor Wegen en Verkeer.
    • bakenverlichting, waarvoor het uitgestraalde licht van het verlichtingstoestel zelf dienst doet als ‘optical guidance’.
    • monumentverlichting, waarvan de functie het verhogen is van de esthetische waarde van monumenten (gebouw, standbeeld, kunstwerk, …) en ondersteuning geeft aan taken van de functionele verlichting. Het te verlichten monument moet gelegen zijn langs een openbare weg of plein.
    • straatmeubilairverlichting, zijn aparte verlichtingsinstallaties in/op straatmeubilair (fietsenstalling, zitbanken, vuilbakken, wegwijzers, …) en die eigendom zijn en in beheer van de gemeente.

    De lokale besturen kunnen ook de openbare verlichting van semi-openbare ruimten en hun netten inbrengen. Dit na risicoanalyse en het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels en waarvan de inbreng op projectbasis gebeurt. Dit betreft:

    • Openbare terreinverlichting, de verlichting van terreinen die (tijdens openingsuren) vrij toegankelijk zijn voor het publiek (containerpark, begraafplaats, sportterreinen zoals voetbalvelden, atletiekpiste, Finse piste, …) en die eigendom zijn van de gemeente.
    • Architecturale verlichting, waarvan de functie het verhogen is van de esthetische waarde van monumenten (gebouw, standbeeld, kunstwerk, …). Het te verlichten monument moet gelegen zijn langs een openbare weg of plein. De verlichting vereist een aparte studieopdracht (specifieke lichtstudie en technisch ontwerp) door een lichtarchitect.

    Er kan worden geopteerd om het energieverbruik mee deel te laten uitmaken van het aanbod. 

    Worden buiten de scope gehouden:

    • de feestverlichting (toestellen en overspanningen en tijdelijke netten) en de binnenverlichting (verlichting binnen in de gemeentegebouwen waarvan de te verlichten ruimte in zijn algemeenheid uitgebaat wordt door de gemeente).
    • de verkeersregelsystemen (het al dan niet branden van de verlichting beïnvloedt de wegcode), tenzij hier al een overeenkomst voor bestaat.
    • de stand-alonesystemen (geen DNB-netvoeding) en de ruimten van de gemeenten in concessie van andere partijen (de te verlichten ruimte wordt uitgebaat door een derde partij waarvoor de gemeente tijdens de looptijd van de concessie-overeenkomst niet instaat voor de verlichting).

    Worden in beginsel ook buiten scope van het reglement gehouden:

    • de applicaties die zich al op de steunen bevinden (bv. camera’s, sensoren en verkeersgeleidingsinstallaties voor Smart City-toepassingen). Hiervoor kunnen evenwel aparte afspraken worden gemaakt.
    • ‘klassieke’ applicaties die zich vandaag op de steunen bevinden (bv. verkeers- en signalisatieborden, bloembakken en vaandels).

    1.2      Inbreng: maximum 25% van de inbrengwaarde in cash en minimum 75% van de inbrengwaarde in OV-aandelen.

    Voor de inbreng van de bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting in de distributienetbeheerder gebeurt een waardering van deze installaties.

    De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris op datum van toetreding. 

    De vergoeding van de inbrengwaarde gebeurt:

    • een deel in cash (max. 25 percent van de inbrengwaarde);
    • een deel in nieuw te creëren niet-stemgerechtigde en niet-dividendgerechtigde OV-aandelen (min. 75 percent van de inbrengwaarde).  Op de buitengewone algemene vergadering van december ek. zal hiervoor een voorstel van statutenwijziging ter goedkeuring worden voorgelegd. 

    Jaarlijks zal de raad van bestuur van de distributienetbeheerder aan de betrokken gemeente de opbrengsten en kosten verrekenen via het resultaat.

    Op vraag van het lokale bestuur kunnen hier diensten zoals lichtplannen, het energieverbruik als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’,… aan toegevoegd worden.

    Na inbreng komen alle nieuwe investeringen dus ten laste van de DNB en in haar volle eigendom als activa.

    De overgenomen installaties zullen over een periode van maximum twaalf jaar afgeschreven worden, gezien het plan om de verledding van Vlaanderen ten laatste tegen 2030 uit te voeren. De afschrijvingen van het gedeelte in cash zullen volgens dit ritme verrekend worden.

    1.3      Dienstverlening na overdracht

    1.3.1     Meerjarig investeringsplan/-budget.

    Deze investeringen voor de bestaande en voor de toekomstige verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting zijn geënt op de vaststellingen en vooruitzichten zoals opgenomen in het (door de betrokken gemeente/stad en de distributienetbeheerder overeengekomen) meerjarig investeringsplan openbare verlichting (op basis van lichtplan of masterplan openbare verlichting) en worden geconcretiseerd binnen het door de distributienetbeheerder opgemaakte reglement. Indien gewenst, zullen er bij het investeringsmeerjarenplan ook doelen bepaald worden zoals onder meer m.b.t. het effect van de investeringen op energieverbruik en CO2-uitstoot.

    Als een gemeente wenst om versneld de masterplannen te realiseren en hiervoor bijkomende investeringsmiddelen nodig zijn, kan de gemeente overwegen om middels een tussenkomst deze bijkomende investeringsmiddelen te voorzien en kan er samen onderzocht worden hoe dit kan gerealiseerd worden (bv. aannemerscapaciteit).

    De bepaling van de prestatie-eisen en brandprogramma’s (dimmen, doven, enz.) blijft de bevoegdheid van de individuele gemeente. De gemeente bepaalt dus het ritme en de locatie waar er een aanpassing/investering nodig is om aan deze eisen te voldoen.

    De overeengekomen meerjarenplannen worden minstens eenmaal per jaar verfijnd en omgezet in een concreet jaaractieplan waarvoor de Raad van Bestuur van de DNB jaarlijks een maximaal budget (jaar X) goedkeurt voor het geheel van haar toegetreden steden/gemeenten dat besteed wordt op basis van de door de gemeente goedgekeurde lichtplannen of masterplannen.

    Als het budget op het niveau van de distributienetbeheerder ontoereikend is voor de realisatie van de goedgekeurde masterplannen van de toegetreden lokale besturen gebeurt een proratering van het budget, enerzijds in functie van het aantal lichtpunten van de betrokken deelnemers, zoals opgenomen in de asset databank van de distributienetbeheerder, en anderzijds in functie van de realisatietermijn zoals opgenomen in de masterplannen.

    Het eventueel saldo van het budget worden overgedragen en bij voorrang besteed binnen het budget voor het daaropvolgende jaar.

    De distributienetbeheerder biedt een ruime keuze van (standaard)materialen aan via de jaarlijks vastgelegde catalogus.

    De door de raad van bestuur vastgelegde en goedgekeurde beleidsregels en principes zoals preventieve en curatieve vervangingen blijven van toepassing.

    1.3.2     Inzet van de door de Fluvius beheerder infrastructuur voor toepassingen Smart City.

    Fluvius wil lokale besturen ondersteunen om hun Smart City-infrastructuur (netten, installaties, steunen, …) maximaal te valoriseren. De ondersteuning bestaat uit het beheer van de overeenkomsten met operatoren (bv. telecom) die gebruik willen maken van deze infrastructuur. Fluvius zal ervoor zorgen dat de installatie van applicaties (bv. camera’s, sensoren, verkeersgeleiding, telecom­installaties, …) en aansluiting op de netten veilig en correct uitgevoerd worden.

    1.3.3     Rapportering.

    Het lokale bestuur krijgt periodiek diverse rapporteringen (stand van zaken van het overeengekomen actieplan, effecten ervan op het energieverbruik en de CO2-uitstoot, investeringen en onderhoud, nieuwe trends, specifieke Fluvius-projecten m.b.t. openbare verlichting en Smart City-infrastructuur,…).

    2        Financiële gevolgen.

    Het ingeschatte bedrag aan investeringen, onderhoud en exploitatie voor de periode 2019-2028 bedraagt € 1.025.106. De detailweergave is opgenomen in het document in bijlage.

    Een wijziging in de indeling in deelruimtes en/of toekenning van technische fiches heeft impact op de in bijlage opgenomen simulatie aantal kWh en investeringskost.

    Voorstel van beslissing.

    Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om:

    1. Kennis te nemen van het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’, zoals opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Imewo in zitting van 10 mei 2019.

    2. Goedkeuring te verlenen aan de beheersoverdracht inzake de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties, daaraan verbonden de automatische overdracht van de eigendom van de in de toekomst nog op te richten verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties.

    3. Goedkeuring te verlenen aan de uitbreiding van de huidige aansluiting van de gemeente bij de opdrachthoudende vereniging Imewo voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ en zo deel te nemen aan het aanbod Fluvius Openbare verlichting (inclusief het energieverbruik van de openbare verlichting) en de opdrachthoudende vereniging te verzoeken om de ‘aanvaarding van de uitbreiding van deze aansluiting’ voor te leggen aan de eerstvolgende algemene vergadering.

    4. De inbreng die de gemeente heeft gedaan overeenkomstig het artikel 9 van de statuten van Imewo uit te breiden wat betreft:

    • de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen;
    • de semi-openbare verlichtinginstallaties die voldoen aan de vereisten die zijn weergegeven in het reglement.

    5. De Voorzitter van de gemeenteraad en/of algemeen directeur aan te duiden om als gevolmachtigde van de stad/gemeente de authentieke akte te ondertekenen alsook de hypotheekbewaarder vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de inbrengakte.

     


  • In het wegverkeersreglement bepaalt de federale overheid de algemene verkeersregels, zoals voorrang van rechts en de  algemeen geldende snelheidsregimes.

    De gemeenten kunnen hiervan afwijkend of verfijnend een aanvullend reglement goedkeuren voor de gemeentewegen. Deze aanvullende reglementen hebben een bijzonder toepassingsgebied en strekken ertoe de verkeersreglementering aan te passen aan de plaatselijke of bijzondere omstandigheden. Het gaat hierbij steeds om ‘blijvende toestanden’. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld een steeds geldende parkeerreglementering, een zone 30, eenrichtingsverkeer, of maatregelen i.v.m. vrachtvervoer, …

    Wanneer het gemeentebestuur beslist om op een bepaalde plaats een verkeersmaatregel in te voeren, dan moet deze beslissing gepaard gaan met het plaatsen van de juiste verkeerstekens.

    Naast afzonderlijke aanvullingen, kan het gemeentebestuur ook beslissen om maatregelen te omschrijven die van toepassing zijn op meerdere wegen tegelijk. Dit zijn de gebiedsdekkende maatregelen. Voor gebiedsdekkende maatregelen gelden speciale regels. Bovendien moet elk gebied zorgvuldig afgebakend worden, met een begin en een einde. Deze moeten geografisch zo dicht mogelijk bij elkaar liggen.

    Het reglement dat momenteel ter goedkeuring voorligt, omvat volgende gebiedsdekkende maatregelen:

    1)      Afbakening bebouwde kom.

    2)      Afbakening zone 30.

    3)      Afbakening schoolomgeving.

    4)      Snelheidszones (50km/u).

    Voorliggend reglement kadert in de herstructurering van de wegsignalisatie op het grondgebied Moerbeke.

    Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan het voorliggend aanvullend reglement over het wegverkeer.

  • In de gemeenteraadszitting van 26 februari 2019 werd de heer Robby De Caluwé aangesteld als bestuurder van de projectvereniging wijkwerken.

    Per mail van 23 augustus deelt de heer Robby De Caluwé mee dat hij zijn mandaat bij de vereniging wijkwerken wenst stop te zetten. Om een goede werking te garanderen bij de vereniging wijk-werken dient er een nieuw effectief lid (afgevaardigde) te worden aangesteld en tevens is er de mogelijkheid om een lid met raadgevende stem van de oppositie voor te dragen.

    Vervanging bestuurder en aanduiden lid met raadgevende stem in vereniging wijk-werken”?

     

     

  • Vlaanderen kent een rijk aanbod van opleidings- en vormingsinitiatieven voor kunstbeoefenaars. Met 178.000 leerlingen verspreid over 168 academies in 268 gemeenten in het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is het deeltijds kunstonderwijs (DKO) een belangrijke speler.

    Het nieuwe decreet zet sterk in op samenwerking. Door lokaal samen te werken met scholen van het basis-, secundair of hoger onderwijs, kunnen academies leerlingen warm maken voor het kunstonderwijs.

    Omdat vooral kinderen en jongeren deelnemen aan het deeltijds kunstonderwijs, is een structurele samenwerking met de scholen zeer belangrijk.

    OVSG stimuleert daarvoor om samenwerkingsverbanden op te richten. De lokale samenwerkingsinitiatieven zijn een meerwaarde voor zowel de academies als de scholen.

    De Kunstacademie Ter Beuken te Lokeren heeft reeds vestigingsplaatsen in Eksaarde, Spoele, Lochristi, Zele en Waasmunster. Moerbeke vormt daarbij een blinde vlek.

    Nochtans is het leerlingenpotentieel voor de eerste en tweede graad van het domein Beeldende en Audiovisuele Kunsten (= 6-12 jaar) in Moerbeke groot genoeg om de programmatienormen te halen en dus een vestigingsplaats op te richten in Moerbeke.

    De stad Lokeren richt bij gemeenteraadbesluit van 29 april 2019 de ILV Ter Beuken op met de deelnemende gemeenten Lokeren, Lochristi, Waasmunster, Zele en Moerbeke.

    Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om:

    1)      Akkoord te gaan om toe te treden tot de Interlokale Vereniging Ter Beuken, voor het deeltijds kunstonderwijs.

    2)      goedkeuring te verlenen aan de statuten van de Interlokale Vereniging Ter Beuken.

    3)      de heer Robby De Caluwé, burgemeester, aan te duiden als lid van het beheerscomité en mevrouw Sarah Poppe, schepen, als plaatsvervangend lid.