De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur goedgekeurd op 27.12.2017 meer bepaald artikel 87 e.v.;
Gelet op de omzendbrief betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Overwegende dat de notulen van de zitting van 25 mei 2021 ter goedkeuring worden voorgelegd,
Art. 1. De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 mei 2021 goed te keuren.
De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekening-stelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd bij ministerieel besluit van 26 november 2012;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van de gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat de vaststelling van de jaarrekening behoort tot de bevoegdheid van de raad; dat de raad deze bevoegdheid niet kan delegeren (art. 41, tweede lid, 3° en art. 78, tweede lid, 4° DLB);
Overwegende dat de jaarrekening altijd wordt behandeld in openbare zitting; dat de raad in de loop van het eerste semester van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, zich uitspreekt over de vaststelling van de jaarrekening;
Overwegende dat ieder raadslid een exemplaar van de jaarrekening 2020, samen met de verplichte bijlagen, heeft ontvangen, alsook een exemplaar van het jaarverslag;
Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van de jaarrekening en nadat de raden zo het beleidsrapport ieder voor hun deel hebben vastgesteld, de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goedkeurt zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn; dat door die goedkeuring het beleidsrapport in zijn geheel geacht wordt definitief vastgesteld te zijn (art. 249, §3, eerste lid DLB);
Overwegende dat overeenkomstig de organieke decreten en het BVR BBC, de jaarrekening qua structuur, vorm en inhoud gelijkaardige delen omvat als het meerjarenplan en de aanpassingen ervan; dat de jaarrekening een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting omvat (art. 260, tweede lid DLB); dat de informatie van de algemene boekhouding (de balans en de staat van opbrengsten en kosten) vervat zit in de financiële nota; dat finaal het ontwerp ook bijkomende documentatie bevat of een verwijzing waar de bijkomende documentatie vlot geraadpleegd kan worden;
Overwegende dat het ontwerp van de jaarrekening en het jaarverslag ter kennis werd gebracht in de zitting van het vast bureau van 7 juni 2021,
Art. 1. De jaarrekening gedeelte OCMW Moerbeke over het dienstjaar 2020 samen met de verplichte bijlagen vast te stellen, zoals opgemaakt door de financieel directeur.
Art. 2. Kennis te nemen van het jaarverslag over het dienstjaar 2020.
Art. 3. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en deze jaarrekening volgens de geldende regelgeving te bezorgen aan de toezichthoudende overheid, zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De Raad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 219, lid 2 van het decreet lokaal bestuur de algemeen directeur aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn rapporteert over het organisatiebeheersingssysteem uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar;
Overwegende dat in dit rapport een overzicht wordt gegeven van de stand van zaken van de acties die zijn uitgevoerd in het kader van organisatiebeheersing in 2020 en de planning voor 2021,
Art. 1. Kennis te nemen van het rapport organisatiebeheersing over het jaar 2020.
Art. 2. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De raad,
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 57, § 1, tweede lid;
Overwegende dat de uitsluiting van mensen die in armoede leven zich op alle domeinen van het leven situeert, met inbegrip van het sociale en culturele leven;
Overwegende dat de deelname aan de informatiemaatschappij een elementair recht is dat deel uitmaakt van de menselijke waardigheid;
Overwegende dat het bevorderen van de participatie en sociale activering van de gebruikers tot de opdracht van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn behoort;
Overwegende dat de hervorming in 2017 bestond uit de samenvoeging van de verschillende toelagekanalen voor sociale activering in één maatregel, met name de maatregelen voor participatie en sociale activering, de verhoogde staatstoelage voor grote steden en de werking van de clusters;
Overwegende dat het noodzakelijk is de initiatieven te blijven ondersteunen van bepaalde openbare centra voor maatschappelijk welzijn die tot 2016 begunstigde waren van deze verschillende toelagekanalen.
Verwijzend naar de Openbare zitting van 25 juni 2015 waarin huidig aanbod werd goedgekeurd:
Huidig aanbod:
| Aard van de activiteit |
Tussenkomst OCMW |
Persoonlijk aandeel |
| Socio-culturele activiteit |
30 % |
70% |
| Opvangkosten |
40% |
60% |
| Basisschoolkosten |
50% |
50% |
| Paramedische kosten |
60% |
40% |
De maximale bijdrage die men kan ontvangen van het OCMW voor bovengenoemde activiteit bedraagt per jaar € 100 per gezinslid en is beperkt tot een maximum tussenkomst van € 225 voor het gehele gezin.
Wanneer men recht heeft op een tussenkomst van een andere instelling zoals een mutualiteit dient deze ook aangewend te worden en zal de tussenkomst in mindering gebracht worden op het totaal bedrag.
Gelet op het voorstel om dit uit te breiden met:
voorstel aanvullend aanbod:
| Aard van de activiteit |
Tussenkomst OCMW |
| 1e leeftijdsmelk |
€ 50 per maand per kind tussen de 0 en 6 maanden |
| 2e leeftijdsmelk |
€ 25 per maand per kind tussen de 7 en 12 maanden |
De ten laste name kan maximum toegekend worden tot het kind een leeftijd van 12 maanden heeft.
Het recht op 1e en 2e leeftijdsmelk heeft geen invloed op de maximum tussenkomst per gezinslid of voor het gehele gezin voor andere activiteiten binnen het fonds voor participatie en sociale activering.
Gelet op het voorstel om hieraan ook bijkomende voorwaarden aan te koppelen.
Art. 1 Goedkeuring om de beslissing van 25.06.2015 van de ocmw-raad m.b.t. de beslissingen van het fonds voor participatie en sociale activering uit te breiden met het volgende reglement:
Artikel 1 : Uitbreiding van de categorieën waarvoor men een tussenkomst kan bekomen
Bestaand aanbod:
| Aard van de activiteit |
Tussenkomst OCMW |
Persoonlijk aandeel |
| Socio-culturele activiteit |
30 % |
70% |
| Opvangkosten |
40% |
60% |
| Basisschoolkosten |
50% |
50% |
| Paramedische kosten |
60% |
40% |
De maximale bijdrage die u kan ontvangen van het OCMW voor bovengenoemde activiteit bedraagt per jaar € 100 per gezinslid en is beperkt tot een maximum tussenkomst van € 225 voor het gehele gezin.
Wanneer u recht heeft op een tussenkomst van een andere instelling zoals een mutualiteit dient u deze ook aan te wenden en zal de tussenkomst in mindering gebracht worden op het totaal bedrag.
Aanvullend aanbod:
| Aard van de activiteit |
Tussenkomst OCMW |
| 1e leeftijdsmelk |
€ 50 per maand per kind tussen de 0 en 6 maanden |
| 2e leeftijdsmelk |
€ 25 per maand per kind tussen de 7 en 12 maanden |
De ten laste name kan maximum toegekend worden tot het kind een leeftijd van 12 maanden heeft
Het recht op 1e en 2e leeftijdsmelk heeft geen invloed op de maximum tussenkomst per gezinslid of voor het gehele gezin voor andere activiteiten binnen het fonds voor participatie en sociale activering.
Artikel 2: Voorwaarden voor een toekenning tussenkomst 1e of 2e leeftijdsmelk
Artikel 3: Aanvraag
Bij elke aanvraag gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager geeft de maatschappelijk werker inzage in zijn/ haar patroon van inkomsten en uitgaven en persoonlijke rekeninguittreksels van de laatste 6 maand. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen.
Online aankopen dienen telkenmale ingediend te worden, uiterlijk voor het einde van de maand volgend op de maand van de aankopen en mits aankoopbewijs op uw naam.
Indien u de aankopen doet bij één van de voorgestelde apothekers, wordt de betaling rechtstreeks via onze dienst uitgevoerd. De apotheker wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht door de sociale dienst.
Het BCSD zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen.
Het BCSD kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 4: Stopzetting en terugvordering
Elke wijziging in de sociaal-financiële situatie kan tot een herziening of stopzetting leiden wanneer blijkt dat niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement.
Artikel 5 Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19 pandemie;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie "Covid-19" voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de omzendbrief 14 juli 2020 betreffende het koninklijk besluit van 3 juli 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie "Covid-19" voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het besluit Vlaamse regering van 10 juli 2020;
Overwegende dat vastgesteld wordt dat er nieuwe doelgroepen met diverse financiële problemen zich aanmelden of zich mogelijks kunnen aanmelden in het Sociaal Huis naar aanleiding van de aanhoudende Covid-19 pandemie;
Overwegende dat ondanks de vangnetten van de sociale zekerheid die zijn ingezet, blijkt dat er voor de komende maanden een belangrijke economische impact kan verwacht worden, dat op basis hiervan zowel Vlaamse als Federale maatregelen werden toegekend aan de verschillende gemeenten en OCMW'S;
Overwegende dat voor iedere subsidie een doelgroep werd bepaald en een toekenningssysteem werd uitgewerkt rekening houdend met het advies van de raad voor armoedebestrijding;
Gelet op het besluit van het vast bureau van 24 augustus 2020 en het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 september 2020 inzake uitwerking besteding Vlaamse en Federale subsidies betreffende COVID-19;
Gelet op het gunstig advies van het vast bureau van 31 mei 2021 inzake Vlaamse maatregel subsidie voor armoedebestrijding: uitwerking consumptiebudget;
Overwegende dat de subsidie voor armoedebestrijding bedoeld ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen werd uitgewerkt;
Overwegende dat aan de uitgave van de consumptiebonnen voorwaarden gekoppeld zijn;
Overwegende dat het gebruik van de consumptiebonnen gereglementeerd moet worden;
Gelet op het voorstel van reglement;
Overwegende dat lokale handelaren belast worden met de ontvangst van de consumptiebonnen,
Art. 1. Akkoord te gaan met de verdere uitwerking van de subsidie voor armoedebestrijding bedoeld ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen.
Art. 2. Akkoord te gaan met de voorwaarden gekoppeld aan de uitgave van de consumptiebonnen zoals voorgesteld in de bijlage.
Art. 3. Akkoord te gaan met het reglement voor het gebruik van de consumptiebonnen.
Art. 4. Kennis te nemen van de lijst van lokale handelaren, mits in acht name dat er enkel bij die lokale handelaren gebruik kan gemaakt worden van het consumptiebudget indien het gaat over uitgaven van voeding of persoonlijke hygiëne.
Art. 5. Deze beslissing bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Karin Van de Sompel
Algemeen directeur
Peter De Bock
Voorzitter