Terug
Gepubliceerd op 30/03/2023

Besluit  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

di 28/03/2023 - 19:45

Financieel steunreglement OCMW Moerbeke - Tussenkomst energiefonds.

Aanwezig: Robby De Caluwe, Voorzitter
Stijn Deschepper, Burgemeester
Sarah Poppe, Koen Mertens, Peter De Bock, Inge Mertens, Schepenen
Lut van de Vijver, Frederic Dierinck, Nicole Stevelinck, Martine Dieleman, Tom Hillaert, Annelie Van Hecke, Kathleen Plasschaert, Beatrice De Schepper, Veronique Van Peperstraten, Giovanni Ferrari, Raadsleden
Barbara Put, Adjunct algemeen directeur
Karin Van de Sompel, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Lotfi Benhalima, RVMW-raadslid

De raad voor maatschappelijk welzijn,

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Verwijzend naar de omzendbrief betreffende bijkomende toelage van 37 miljoen in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds;

Verwijzend naar het ontbreken van duidelijke richtlijnen omtrent het besteden van het bestaande energiefonds;

Gelet op de veranderende maatschappij, levensstandaard en huidige energiecrisis;

Gelet op het feit dat er binnen de sociale dienst wordt opgemerkt dat er meer aanmeldingen komen van mensen die aangeven dat het financieel niet meer haalbaar is voor hen, gezien de sterk gestegen prijzen van gas en elektriciteit. We merken tevens dat deze mensen nieuwe cliënten zijn binnen de sociale dienst, vaak werkende mensen die behoren tot de middenklasse;

Gelet op het feit dat we binnen de sociale dienst opmerken dat heel wat mensen recht hebben op een sociaal tarief, wat een groot verschil maakt in de maandelijkse vaste kosten. Daarom wordt ook voorgesteld om voor de toekenning van het extra energiefonds rekening te houden met het al dan niet recht hebben op een sociaal tarief. Het is tevens de taak van de sociale dienst om na te gaan of mensen hun rechten uitputten op sociaal tarief. Indien nodig zal de sociale dienst de aanvraag hiervan op zich nemen;

Gelet op het feit dat de huidige doelgroep bepaald werd als volgt:

  • Leefloon of equivalent inkomens
  • Inkomensgarantie voor ouderen en gewaarborgd inkomen
  • WIGW’s en OMNIO-statuut
  • Collectieve schuldenregeling
  • Budgetbeheer met overmatige schuldenlast
  • Wie niet aan bovengenoemde voorwaarden voldoet, kan enkel op basis van gemotiveerd voorstel van sociale dienst toekenning krijgen.

Wetende dat de POD MI de beoogde doelgroep als volgt beschrijft: “De steun dient gericht te zijn op de mensen die gebukt gaan onder een schuldenlast en die onbetaalde gas- en elektriciteitsfacturen hebben. De notie 'gebukt gaan onder een schuldenlast' kan worden geïnterpreteerd in functie van het principe van de menselijke waardigheid. De wet verbiedt nergens dat het fonds voor dezelfde persoon in verschillende jaren tussenkomt. Op basis van het sociaal onderzoek dient voor ieder concreet geval onderzocht te worden of de tussenkomst van het fonds verantwoord is.”;

 

Overwegende dat er echter geen maximum betoelaging per huishouden werd bepaald;

Gelet op het voorstel van reglement,

Publieke stemming
Aanwezig: Robby De Caluwe, Stijn Deschepper, Sarah Poppe, Koen Mertens, Peter De Bock, Inge Mertens, Lut van de Vijver, Frederic Dierinck, Nicole Stevelinck, Martine Dieleman, Tom Hillaert, Annelie Van Hecke, Kathleen Plasschaert, Beatrice De Schepper, Veronique Van Peperstraten, Giovanni Ferrari, Barbara Put, Karin Van de Sompel
Voorstanders: Robby De Caluwe, Stijn Deschepper, Sarah Poppe, Koen Mertens, Peter De Bock, Inge Mertens, Lut van de Vijver, Frederic Dierinck, Nicole Stevelinck, Martine Dieleman, Tom Hillaert, Annelie Van Hecke, Kathleen Plasschaert, Beatrice De Schepper, Veronique Van Peperstraten, Giovanni Ferrari
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: Algemeen

Ter ondersteuning voor de uitgaven aan kosten verbonden aan de uitgaven voor elektriciteit en aardgas kan er een toelage worden aangevraagd.

Artikel 2: Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tussenkomst

§1. De aanvrager moet woonachtig zijn of verblijven in de gemeente Moerbeke-Waas waardoor het OCMW van Moerbeke bevoegd is inzake maatschappelijke dienstverlening.

§2. De aanvrager komt in aanmerking voor een tussenkomst wanneer er sprake is van onbetaalde rekeningen voor gas en/of elektriciteit en het beschikbare gezinsinkomen ontoereikend is. Hierdoor zijn de aanvrager en zijn gezin niet in staat om een menswaardig leven te leiden.

Uw behoeftigheid wordt onderzocht door een sociaal financieel onderzoek uit te voeren. Dit wordt gestaafd op basis van de rekeninguittreksels van de laatste 3 maand en een uitgebreid overzicht van in- en uitgaven voor het hele gezin.

§3. De aanvrager mag een enige eigendom in België bewonen, er mogen geen eigendommen in buitenland in bezit zijn. Het bewijs kan door de maatschappelijk werker via de KSZ opgevraagd worden. Indien dit niet kan, dient er een bewijs via de ambassade bezorgd worden aan de maatschappelijk werker.

§4. Toekenningsperiode waarbinnen men een tussenkomst kan vragen heeft betrekking op het huidige jaar van januari tot december.

§5. De aanvrager dient zijn rechten eerst uit te putten. Zo moet er nagegaan worden of de aanvrager recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming of de stappen ondernomen heeft om dit recht te laten onderzoeken.

Daarnaast moet ook nagegaan worden of de aanvrager behoort tot de doelgroep die recht heeft op de minimale levering aardgas. ( beperkt tot de toekenningsperiode)

§6. Er wordt een aanvraag voor een gratis Energiescan gekoppeld aan de aanvraag tot tussenkomst als dit nog niet eerder gebeurde.

Bij wie dit reeds eerder plaats had kan er een opvolgscan worden aangevraagd.

Artikel 3: Betoelaging

§1.  Tussenkomst gas/elektriciteitskost voor aanvragers met recht op het sociaal tarief: 50% op een onbetaalde energiefactuur met een maximum 250 euro per jaar per huishouden.

§2. Tussenkomst gas/elektriciteitskost voor aanvragers zonder recht op het sociaal tarief: 50% op een onbetaalde energiefactuur met een maximum 300 euro per jaar per huishouden.

§3. Tussenkomst gas/elektriciteitskost met prepaid functie (vroegere budgetmeter): 250 euro per jaar per huishouden.

Artikel 4 Aanvraag

§1. Bij elke aanvraag tot tussenkomst in de energiekosten gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager zal de maatschappelijk werker inzage geven in zijn/haar patroon van inkomsten en uitgaven en persoonlijke rekeninguittreksels van de laatste 3 maanden. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen.

§2. Het bijzonder comité voor de sociale dienst zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen. Tussenkomsten worden bijgevolg niet automatisch en niet aan iedereen toegekend.

§3. Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.

Artikel 5: Controle en uitbetaling

§1.Iedere kost dient – op naam – bewezen te worden door een bewijs of factuur van de aanvrager.

§2.  Bij een tussenkomst gas/elektriciteitskost: na het binnenbrengen van de openstaande factuur wordt 50% van de factuur terugbetaald aan de cliënt rekening houdend met de maximum betoelaging per gezin. (Er wordt 50% van de factuur per maand tussengekomen om de steunverlening zoveel mogelijk te spreiden in tijd, op jaarbasis, en niet het risico te lopen dat het toegekende bedrag reeds opgebruikt is op korte termijn.)

§3. Tussenkomst gas/elektriciteitskost met budgetmeter: de oplading wordt rechtstreeks betaald aan Fluvius ( gebruik maken van referentienummer client) of bij bewijs van oplading, is er een terugstorting naar de cliënt mogelijk.

§4. Elke nieuwe tussenkomst tot een betoelaging vanuit het energiefonds dient opnieuw aangevraagd te worden.  

Artikel 6: Uitzonderingen

Het Bijzonder Comité Sociale Dienst beoordeelt ieder dossier op individuele basis en kan op gemotiveerde wijze afwijken van de principes opgenomen in dit reglement.

Artikel 7: Stopzetting en terugvordering

§1.Elke wijziging in de sociaal-financiële situatie kan tot een herziening of stopzetting leiden wanneer blijkt dat er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement.

§2. Afhankelijk van de sociaal-financiële situatie kan de tussenkomst teruggevorderd worden.

Artikel 8: Overgangsbepalingen

De lopende beslissingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijven behouden tot hun einddatum.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.

Deze tussenkomst dient steeds aangevraagd te worden op het BCSD. In uitzonderlijke gevallen en enkel in overleg met de voorzitter kan dit met een beslissing bij hoogdringendheid.