De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur goedgekeurd op 27.12.2017 meer bepaald artikel 87 e.v.;
Gelet op de omzendbrief betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Overwegende dat de notulen van de zitting van 28 februari 2023 ter goedkeuring worden voorgelegd,
Art. 1. De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 februari 2023 goed te keuren.
Bevoegdheid
De raad is bevoegd op grond van artikel 41,°5 van het decreet van 22 december 2017, en latere wijzigingen over het lokaal bestuur,
Feitelijke context
In zitting van 26 april 2022 hecht de raad zijn principiële goedkeuring aan een vrijwillige samenvoeging van gemeente Moerbeke met de stad Lokeren, met als beoogde samenvoegingsdatum 1 januari 2025. De gemeenteraad van Lokeren nam dezelfde beslissing in zitting van 25 april 2022;
Vanaf de datum van de principiële beslissing van de betrokken gemeenteraden om over te gaan tot samenvoeging, kunnen de samen te voegen gemeenten beheersovereenkomsten sluiten om voor bepaalde functies een beroep te doen op elkaars personeelsleden;
Aan de raad wordt voorgesteld om een beheersovereenkomst af te sluiten met stad en OCMW Lokeren over het gebruik van elkaars personeelsleden voor een aantal functies binnen de diensten personeel en organisatie. Hiermee wordt beoogd, met het oog op een effectieve fusie, reeds baten te realiseren voor zowel stad en OCMW Lokeren als voor gemeente en OCMW Moerbeke, meer specifiek met betrekking tot het werkveld van de diensten personeel en organisatie van beide besturen,
Juridische context
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 356 voor de gemeenten en 376 voor de OCMW's,
Argumentatie
De overdracht van het huidige personeel naar de nieuwe samengevoegde gemeente zal van rechtswege gebeuren op de samenvoegingsdatum. Het is echter wenselijk om nu reeds, in afwachting van de fusie, een samenwerking tot stand te brengen met het oog op een geleidelijke en gefaseerde inwerking in de over te dragen personeelsdossiers vanuit gemeente Moerbeke en op het detecteren en aanpakken van verschillen en aandachtspunten op vlak van personeelsbeheer. Een aanpak waarbij de personeelsleden die na de fusie de over te dragen dossiers zullen behandelen, sterk betrokken worden, is aangewezen. Concreet zal gemeente Moerbeke een beroep kunnen doen op personeelsleden tewerkgesteld bij de stad Lokeren.
Volgende functies komen hiervoor in aanmerking:
Aangezien de dienst P&O van gemeente en OCMW Moerbeke een beroep wenst te doen op personeelsleden tewerkgesteld bij de stad Lokeren, wordt voorgesteld om een
beheersovereenkomst af te sluiten met gemeente en OCMW Lokeren over het gebruik van deze personeelsleden voor een aantal functies binnen de dienst P&O. In de
beheersovereenkomst worden tevens de modaliteiten rond duurtijd, het financieel kader en de aansturing van de personeelsleden vastgesteld.
Deze beheersovereenkomst leidt niet tot een wijziging van de grondregelen van toepassing op de betrokken personeelsleden, noch wat het administratief statuut betreft, noch wat de bezoldigingsregeling betreft. Deze aangelegenheid werd besproken met de vakorganisaties te Lokeren.
Art. 1. De beheersovereenkomst tussen het stadsbestuur en het OCMW van de stad Lokeren enerzijds, en het gemeentebestuur en het OCMW van de gemeente Moerbeke anderzijds, over het gebruik van elkaars personeelsleden voor een aantal functies binnen de diensten personeel en organisaties, goed te keuren.
Art. 2. De burgemeester en de algemeen directeur te machtigen deze overeenkomst te ondertekenen.
Art. 3. Deze beslissing ter kennis te brengen van de stad Lokeren, bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Verwijzend naar de omzendbrief betreffende bijkomende toelage van 37 miljoen in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds;
Verwijzend naar het ontbreken van duidelijke richtlijnen omtrent het besteden van het bestaande energiefonds;
Gelet op de veranderende maatschappij, levensstandaard en huidige energiecrisis;
Gelet op het feit dat er binnen de sociale dienst wordt opgemerkt dat er meer aanmeldingen komen van mensen die aangeven dat het financieel niet meer haalbaar is voor hen, gezien de sterk gestegen prijzen van gas en elektriciteit. We merken tevens dat deze mensen nieuwe cliënten zijn binnen de sociale dienst, vaak werkende mensen die behoren tot de middenklasse;
Gelet op het feit dat we binnen de sociale dienst opmerken dat heel wat mensen recht hebben op een sociaal tarief, wat een groot verschil maakt in de maandelijkse vaste kosten. Daarom wordt ook voorgesteld om voor de toekenning van het extra energiefonds rekening te houden met het al dan niet recht hebben op een sociaal tarief. Het is tevens de taak van de sociale dienst om na te gaan of mensen hun rechten uitputten op sociaal tarief. Indien nodig zal de sociale dienst de aanvraag hiervan op zich nemen;
Gelet op het feit dat de huidige doelgroep bepaald werd als volgt:
Wetende dat de POD MI de beoogde doelgroep als volgt beschrijft: “De steun dient gericht te zijn op de mensen die gebukt gaan onder een schuldenlast en die onbetaalde gas- en elektriciteitsfacturen hebben. De notie 'gebukt gaan onder een schuldenlast' kan worden geïnterpreteerd in functie van het principe van de menselijke waardigheid. De wet verbiedt nergens dat het fonds voor dezelfde persoon in verschillende jaren tussenkomt. Op basis van het sociaal onderzoek dient voor ieder concreet geval onderzocht te worden of de tussenkomst van het fonds verantwoord is.”;
Overwegende dat er echter geen maximum betoelaging per huishouden werd bepaald;
Gelet op het voorstel van reglement,
Artikel 1: Algemeen
Ter ondersteuning voor de uitgaven aan kosten verbonden aan de uitgaven voor elektriciteit en aardgas kan er een toelage worden aangevraagd.
Artikel 2: Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tussenkomst
§1. De aanvrager moet woonachtig zijn of verblijven in de gemeente Moerbeke-Waas waardoor het OCMW van Moerbeke bevoegd is inzake maatschappelijke dienstverlening.
§2. De aanvrager komt in aanmerking voor een tussenkomst wanneer er sprake is van onbetaalde rekeningen voor gas en/of elektriciteit en het beschikbare gezinsinkomen ontoereikend is. Hierdoor zijn de aanvrager en zijn gezin niet in staat om een menswaardig leven te leiden.
Uw behoeftigheid wordt onderzocht door een sociaal financieel onderzoek uit te voeren. Dit wordt gestaafd op basis van de rekeninguittreksels van de laatste 3 maand en een uitgebreid overzicht van in- en uitgaven voor het hele gezin.
§3. De aanvrager mag een enige eigendom in België bewonen, er mogen geen eigendommen in buitenland in bezit zijn. Het bewijs kan door de maatschappelijk werker via de KSZ opgevraagd worden. Indien dit niet kan, dient er een bewijs via de ambassade bezorgd worden aan de maatschappelijk werker.
§4. Toekenningsperiode waarbinnen men een tussenkomst kan vragen heeft betrekking op het huidige jaar van januari tot december.
§5. De aanvrager dient zijn rechten eerst uit te putten. Zo moet er nagegaan worden of de aanvrager recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming of de stappen ondernomen heeft om dit recht te laten onderzoeken.
Daarnaast moet ook nagegaan worden of de aanvrager behoort tot de doelgroep die recht heeft op de minimale levering aardgas. ( beperkt tot de toekenningsperiode)
§6. Er wordt een aanvraag voor een gratis Energiescan gekoppeld aan de aanvraag tot tussenkomst als dit nog niet eerder gebeurde.
Bij wie dit reeds eerder plaats had kan er een opvolgscan worden aangevraagd.
Artikel 3: Betoelaging
§1. Tussenkomst gas/elektriciteitskost voor aanvragers met recht op het sociaal tarief: 50% op een onbetaalde energiefactuur met een maximum 250 euro per jaar per huishouden.
§2. Tussenkomst gas/elektriciteitskost voor aanvragers zonder recht op het sociaal tarief: 50% op een onbetaalde energiefactuur met een maximum 300 euro per jaar per huishouden.
§3. Tussenkomst gas/elektriciteitskost met prepaid functie (vroegere budgetmeter): 250 euro per jaar per huishouden.
Artikel 4 Aanvraag
§1. Bij elke aanvraag tot tussenkomst in de energiekosten gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager zal de maatschappelijk werker inzage geven in zijn/haar patroon van inkomsten en uitgaven en persoonlijke rekeninguittreksels van de laatste 3 maanden. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen.
§2. Het bijzonder comité voor de sociale dienst zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen. Tussenkomsten worden bijgevolg niet automatisch en niet aan iedereen toegekend.
§3. Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 5: Controle en uitbetaling
§1.Iedere kost dient – op naam – bewezen te worden door een bewijs of factuur van de aanvrager.
§2. Bij een tussenkomst gas/elektriciteitskost: na het binnenbrengen van de openstaande factuur wordt 50% van de factuur terugbetaald aan de cliënt rekening houdend met de maximum betoelaging per gezin. (Er wordt 50% van de factuur per maand tussengekomen om de steunverlening zoveel mogelijk te spreiden in tijd, op jaarbasis, en niet het risico te lopen dat het toegekende bedrag reeds opgebruikt is op korte termijn.)
§3. Tussenkomst gas/elektriciteitskost met budgetmeter: de oplading wordt rechtstreeks betaald aan Fluvius ( gebruik maken van referentienummer client) of bij bewijs van oplading, is er een terugstorting naar de cliënt mogelijk.
§4. Elke nieuwe tussenkomst tot een betoelaging vanuit het energiefonds dient opnieuw aangevraagd te worden.
Artikel 6: Uitzonderingen
Het Bijzonder Comité Sociale Dienst beoordeelt ieder dossier op individuele basis en kan op gemotiveerde wijze afwijken van de principes opgenomen in dit reglement.
Artikel 7: Stopzetting en terugvordering
§1.Elke wijziging in de sociaal-financiële situatie kan tot een herziening of stopzetting leiden wanneer blijkt dat er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement.
§2. Afhankelijk van de sociaal-financiële situatie kan de tussenkomst teruggevorderd worden.
Artikel 8: Overgangsbepalingen
De lopende beslissingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijven behouden tot hun einddatum.
Artikel 9: Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.
Deze tussenkomst dient steeds aangevraagd te worden op het BCSD. In uitzonderlijke gevallen en enkel in overleg met de voorzitter kan dit met een beslissing bij hoogdringendheid.
De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Het OCMW heeft als opdracht een menswaardig bestaan te bieden aan de inwoners van Moerbeke met speciale aandacht voor degenen die daartoe onvermogend zijn;
Daarom wil het OCMW voor deze specifieke doelgroep een tussenkomst voorzien in medische kosten door deze volledig of gedeeltelijk ten laste te nemen;
Gelet op het voorstel van reglement,
Artikel 1: Wettelijke basis
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 2: Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tussenkomst
§1. De aanvrager moet woonachtig zijn of verblijven in de gemeente Moerbeke-Waas waardoor het OCMW van Moerbeke bevoegd is inzake maatschappelijke dienstverlening.
§2. De aanvrager komt in aanmerking voor een tussenkomst wanneer er sprake is van paramedische kosten en het beschikbare gezinsinkomen ontoereikend is waardoor de aanvrager en zijn gezin niet in staat is om een menswaardig leven te leiden.
Uw behoeftigheid wordt onderzocht door een sociaal financieel onderzoek uit te voeren.
§3. De aanvrager mag een enige eigendom in België bewonen, er mogen geen eigendommen in buitenland in bezit zijn. Het bewijs kan door de maatschappelijk werker via de KSZ opgevraagd worden. Indien dit niet kan, dient er een bewijs via de ambassade bezorgd worden aan de maatschappelijk werker.
§4. De (para)medische kosten waarvoor u een aanvraag indient zijn noodzakelijk en kunnen in die mate ook geattesteerd worden door een behandelend arts.
Artikel 3: Specifieke bepalingen farmaceutische kosten
§1. Enkel farmaceutische kosten (geneesmiddelen) die voorgeschreven worden door een geneesheer/specialist komen in aanmerking voor een tussenkomst. Op basis van de voorgelegde bewijsstukken wordt er nagegaan hoe hoog de farmaceutische kost is en welke daarvan reeds door het RIZIV ten laste genomen is.
Indien mogelijk zal er gevraagd worden om zoveel mogelijk generische producten te gebruiken. Afwijkingen zijn mogelijk mits het voorleggen van een medisch attest waaruit blijkt dat deze geneesmiddelen noodzakelijk zijn en mits een gemotiveerd sociaal verslag.
§2. Anticonceptie op voorschrift kan ook ten laste genomen worden.
§3. De tussenkomst is steeds beperkt tot 60 % van de geattesteerde maandelijkse kosten bij de apotheker.
Een tussenkomst kan enkel verkregen worden op basis van de aankoopbewijzen van de geattesteerde farmaceutische kosten.
§4. Het maximumbedrag dat kan ten laste genomen worden, bedraagt 150 euro per persoon per maand.
Artikel 4: specifieke bepalingen tandartskosten
§1 De cliënt dient voorafgaand aan de behandeling een aanvraag tot tussenkomst in de kosten voor de tandzorg aan te vragen bij het OCMW Moerbeke-Waas wanneer de cliënt weet dat hij die kosten niet zelf kan dragen.
§2. Er dient gestreefd te worden naar de meest passende behandeling waarbij de totale kostprijs zo beperkt mogelijk wordt gehouden.
§3. De cliënt zorgt voor minimum één offerte van de kosten voor de tandzorg.
§4. Tandkosten waarvoor een tussenkomst wordt aangevraagd dienen steeds uitgevoerd te worden door een tandarts die hiervoor geconventioneerd is. Indien men de voorkeur geeft aan een tandarts die deze erkenning niet geniet, zal het OCMW enkel tussenkomen in de kosten zoals die worden aangerekend door een geconventioneerde tandarts.
§5. Er wordt niet tussengekomen in:
▪ puur esthetische behandelingen;
▪ een jaarlijkse controle;
▪ een occasioneel tandartsbezoek.
§6. Er dient voorafgaand een sociaal, financieel onderzoek uitgevoerd te worden en ter beslissing voorgelegd te worden aan het bijzonder comité voor de sociale dienst.
§7. Een ten laste name geldt enkel voor de kosten die niet door de ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering worden terugbetaald.
§8. De wijze van betaling wordt in onderling overleg met de cliënt en de tandarts afgesproken. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een rechtstreekse betaling aan de tandarts. Alle tussenkomsten van de mutualiteit zullen altijd terugbetaald moeten worden aan het OCMW.
§9. De maximumbetoelaging voor een tussenkomst in tandzorg bedraagt € 250 per persoon per jaar.
Artikel 5 specifieke bepalingen psychologische kosten
§1 De cliënt dient alle mogelijke pistes omtrent psychologische ondersteuning te overlopen en na te gaan welke hulpverlening het meest aangewezen is. De maatschappelijk werker zal samen met de cliënt en de huisarts bekijken of eerstelijnspsychologie hulp kan bieden.
§2. Het OCMW van Moerbeke-Waas biedt eerstelijns psychologische hulpverlening aan voor cliënten
Indien het gevraagde bedrag financieel niet haalbaar is, kan er door het bijzonder comité voor de sociale dienst uitzonderlijk beslist worden om dit ten laste te nemen.
§3. Indien men niet bij de eerstelijnspsycholoog van OCMW Moerbeke terechtkan, kan de aanvrager beroep doen op een psycholoog in het reguliere hulpverleningsnetwerk. Het OCMW komt in maximum 8 sessies per jaar tussen. Per sessie zal het OCMW 60% ten laste nemen. De wijze van betaling wordt in onderling overleg met de cliënt en de psycholoog afgesproken. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een rechtstreekse betaling aan de psycholoog op basis van een factuur, waarbij de cliënt zelf het resterend saldo van de consultatie betaalt. Wanneer de psycholoog niet op deze manier wenst te werken, dient er maandelijks een bewijs van consultaties bezorgd te worden aan het OCMW.
§4. Een ten laste name geldt enkel voor de kosten die niet door de ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering worden terugbetaald.
Artikel 6 specifieke bepalingen hospitalisatiekosten en kosten verbonden aan opname in de psychiatrie
§1. Op basis van een gemeenschappelijke kamer wordt 60% van de medische kosten ten laste van de patiënt, behalve de zogenaamde “hotelkosten” (extra maaltijden, dranken, telefoonkosten, toiletartikelen, e.a.) vergoed, na voorlegging van de ziekenhuisfactuur en het uittreksel van de terugbetaling door de mutualiteit. De supplementen inherent aan een eenpersoonskamer worden niet terugbetaald.
§2. Een ten laste name geldt enkel voor de kosten die niet door de ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering worden terugbetaald.
§3. De maximumbetoelaging voor een tussenkomst bedraagt € 250 per persoon per jaar.
Artikel 7 specifieke bepalingen Kine en Osteopathie
§1. De tarieven gehanteerd door het ziekenfonds worden als berekeningsbasis genomen voor terugbetaling. Er geldt een maximale tussenkomst van 60% op basis van de officiële remgelden voor 18 beurten op jaarbasis, met uitzondering van verlengingen bij E-pathologie (zware aandoeningen die zijn opgenomen in een limitatieve lijst. Voor de terugbetaling van de behandeling is het akkoord van de adviserend arts vereist. Patiënten krijgen meer zittingen terugbetaald en genieten een verlaagd remgeld).
§2. Een ten laste name geldt enkel voor de kosten die niet door de ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering worden terugbetaald.
Artikel 8 specifieke bepalingen Oogarts
§1. De tussenkomst voor de aankoop van een bril of lenzen, op voorschrift van de oogarts, wordt vastgesteld volgens noodwendigheid.
§2. De tussenkomst heeft enkel betrekking op de glazen of lenzen en is begrensd tot een maximumbetoelaging van € 250 per persoon per jaar.
§3. Een ten laste name geldt enkel voor de kosten die niet door de ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering worden terugbetaald.
§4. Bewijsstukken van deze medische kosten dienen binnen de twee maanden te worden ingediend.
Artikel 9 Maximumfactuur
§1. Er wordt rekening gehouden met de maximumfactuur, een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten voor gezinnen tot een plafondbedrag beperkt. Wie onder de maatregel van de maximumfactuur valt, is verplicht dit te melden aan het OCMW.
Artikel 10: Aanvraag
§1. Bij elke aanvraag tot tussenkomst in de paramedische kosten gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager zal de maatschappelijk werker inzage geven in zijn/haar patroon van inkomsten en uitgaven en persoonlijke rekeninguittreksels van de laatste 6 maanden. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen.
§2. Het bijzonder comité voor de sociale dienst zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen. Tussenkomsten worden bijgevolg niet automatisch en niet aan iedereen toegekend.
§3. Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 11: Controle en uitbetaling
Iedere kost dient – op naam – bewezen te worden door een bewijs of factuur van de hulpverlener.
Artikel 12 Uitzonderingen
Het Bijzonder Comité Sociale Dienst beoordeelt ieder dossier op individuele basis en kan op gemotiveerde wijze afwijken van de principes opgenomen in dit reglement.
Artikel 13: Stopzetting en terugvordering
§1.Elke wijziging in de sociaal-financiële situatie kan tot een herziening of stopzetting leiden wanneer blijkt dat er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement.
§2. Afhankelijk van de sociaal-financiële situatie kan de tussenkomst teruggevorderd worden door een beslissing van het BCSD.
Artikel 14: Overgangsbepalingen
De lopende beslissingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijven behouden tot hun einddatum.
Artikel 15: Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.
De raad voor maatschappelijk welzijn,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Het OCMW heeft als opdracht een menswaardig bestaan te bieden aan de inwoners van Moerbeke met speciale aandacht voor degenen die daartoe onvermogend zijn;
Daarom wil het OCMW voor deze specifieke doelgroep een tussenkomst voorzien in medische kosten door deze volledig of gedeeltelijk ten laste te nemen;
Gelet op het voorstel van reglement,
Artikel 1: Wettelijke basis
De Wet van 12 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 2: Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tussenkomst
§1. De overleden persoon had het laatst gekende domicilieadres in Moerbeke-Waas of het laatste domicilie-adres voor een rusthuisopname zich in Moerbeke-Waas bevindt.
§2. Niemand kan of wenst de begrafenis te regelen.
§3. Het beschikbare inkomen van de overledene is ontoereikend om de kosten te dragen.
§4. De eventuele erfgenamen zijn eveneens onvoldoende bemiddeld om de kosten te kunnen dragen.
§5. De behoeftigheid wordt onderzocht door een sociaal financieel onderzoek uit te voeren.
§6. De aanvraag tot tussenkomst in de begrafeniskosten moet worden ingediend voorafgaand aan
de uitvaart en zo mogelijk binnen de 24 u na het overlijden. De beslissing tot tussenkomst wordt
voorafgegaan door een sociaal onderzoek.
OCMW Moerbeke werkt uitsluitend samen met uitvaartcentrum ‘Baert – De Vos, Kasteeldreef 26, 9160 Eksaarde.
Artikel 3: Specifieke bepalingen
§1. Enkel de begrafenissen die volledig door het centrum georganiseerd worden komen in aanmerking voor een ten laste neming.
§2. Een OCMW begrafenis beperkt zich tot een minimaal pakket zijnde:
§3. Om het bedrag te bepalen van de tussenkomst in de begrafeniskosten voor bovengenoemde begrafenis wordt er jaarlijks bij begrafenisondernemer Baert een offerte opgevraagd als richtlijn.
§4. Gezien de gemeente Moerbeke aangesloten is bij de Intercommunale, IGS Westlede, kan het OCMW de kosten van de crematie (op een weekdag!) terugvorderen in geval van een OCMW begrafenis.
De voorwaarden voor de terugbetaling gelden als volgt:
Er is in dit kader geen crematie op zaterdag mogelijk.
Het OCMW richt een schrijven met verzoek tot terugbetaling waarin ook de volledige kosten van de uitvaart vermeld worden.
Indien er later nog gelden teruggevonden worden, gaat het IGS Westlede ervan uit dat ook zij een deel terugkrijgen.
De ten laste name kan maximum toegekend worden voor het bedrag van dit minimaal pakket.
§5. Er is geen tussenkomst in de begrafeniskosten door het OCMW mogelijk indien de nabestaanden de verdere uitbreiding van de begrafenis regelen en zelf instaan voor de kosten van een rouwmaaltijd of bloemen.
§6. Indien de nabestaanden beroep doen op een ander uitvaartcentrum, blijft de tussenkomst van het OCMW beperkt tot de richtbedragen waarin wordt verwezen in §3.
§7 Alle uitkeringen, premies, vergoedingen van welke aard ook, toegekend door om het even welke instantie met het oog op of naar aanleiding van de begrafenis van de behoeftige waarvoor het OCMW Moerbeke overeenkomstig dit reglement tussenkomt, komen ten goede aan het OCMW Moerbeke.
§8. Het OCMW verhaalt in voorkomend geval de begrafeniskosten, hetzij op de erfgenamen in geval van aanvaarding van de nalatenschap, hetzij op de onderhoudsplichtigen.
Artikel 4: Aanvraag
§1. Bij elke aanvraag gebeurt er een sociaal financieel onderzoek. De aanvrager geeft de maatschappelijk werker inzage in de financiële situatie van de overledene. Indien nodig kan er in het kader van het sociaal financieel onderzoek extra informatie of bewijsstukken opgevraagd worden om het onderzoek te vervolledigen. Ook bij de nabestaanden zal er een sociaal en financieel onderzoek worden uitgevoerd.
§2. Het BCSD zal op basis van de vaststellingen uit het sociaal financieel onderzoek de aanvraag beoordelen.
§3. Het BCSD kan slechts afwijkingen op dit reglement toestaan in uitzonderlijke situaties en op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 5: Uitzonderingen
§1. Het Bijzonder Comité Sociale Dienst beoordeelt ieder dossier op individuele basis en kan op gemotiveerde wijze afwijken van de principes opgenomen in dit reglement.
Artikel 6: Stopzetting en terugvordering
§1.Elke wijziging in de sociaal-financiële situatie kan tot een herziening of stopzetting leiden wanneer blijkt dat er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit reglement.
§2. Afhankelijk van de sociaal-financiële situatie kan de tussenkomst teruggevorderd worden bij beslissing van het Bijzonder Comité voor sociale dienst.
Artikel 7: Overgangsbepalingen
§1.De lopende beslissingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst blijven behouden tot hun einddatum.
Artikel 8: Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2023.
De raad,
Bevoegdheid
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, inzonderheid art. 40 §1.
Feitelijke context
Na de vorming van het werkingsgebied Waasland-West (Lokeren - Moerbeke - Waasmunster) en de vorming van de besloten vennootschap 'Tuinwijk' dient de praktische invulling van de Woonmaatschappij te gebeuren, in casu de overdracht van het SVK patrimonium naar de lokale Woonmaatschappij.
Juridische context
Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, dat het regelgevend kader voor de vorming van de woonmaatschappijen vastlegt.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot vaststelling van de werkingsgebieden.
Ministerieel besluit van 26 oktober 2022 tot de erkenning als woonmaatschappij van de besloten vennootschap 'Tuinwijk', gevestigd te 9160 Lokeren, Meersstraat 8, met ondernemingsnummer 0400.180.131, voorheen erkende sociale woonmaatschappij.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW).
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW).
Procedurale vereisten
In het kader van de vorming van een woonmaatschappij werd de gemeenteraad dd. 27 juni 2022 advies gevraagd omtrent de aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij.
Nu dient de raad de overeenkomst van de overdracht van het SVK patrimonium naar de lokale Woonmaatschappij goed te keuren.
Voorliggende overeenkomst tot overdracht werd inmiddels goedgekeurd door de respectievelijke raden van bestuur van het SVK Waasland en Tuinwijk BV.
Argumentatie
Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 ambieert een integratie van de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) in één woonactor met maar één speler per gemeente. Intentie is betaalbaar wonen op deze manier op de meest toegankelijke manier aan te bieden.
Deze hervorming vereist een overdracht van het sociaal woonpatrimonium naar de unieke woonmaatschappij.
Ter gelegenheid van de vorming van de woonmaatschappij moeten de huurovereenkomsten van het SVK worden overgedragen aan de woonmaatschappij. Bij de vorming van de woonmaatschappij neemt de woonmaatschappij de huurovereenkomsten over van het SVK.
De bestaande of lopende hoofdhuurovereenkomsten en onderhuurovereenkomsten worden overgedragen aan de woonmaatschappij: met de bestaande eigenaar-verhuurder of onderhuurder wordt er dus geen nieuwe huurovereenkomst gesloten.
Ingevolge artikel 215, eerste lid, van het decreet van 9 juli 2021 neemt de woonmaatschappij de hoofdhuurovereenkomsten (automatisch) over van het SVK, naargelang het werkingsgebied waarin de betrokken woning ligt.
De woonmaatschappij die de hoofdhuurovereenkomsten overneemt, zal de eigenaar-verhuurder wel moeten informeren over deze overdracht. De eigenaar-verhuurder moet immers weten dat er een nieuwe hoofdhuurder is en de nodige contactgegevens verkrijgen.
Voorliggende overeenkomst tot overdracht werd inmiddels goedgekeurd door de respectievelijke raden van bestuur van het SVK Waasland en Tuinwijk BV.
Aan de raad wordt gevraagd de splitsing van het SVK Waasland en de overeenkomst met betrekking tot de overdracht van de huurovereenkomsten goed te keuren.
Art. 1. Goedkeuring te verlenen aan de splitsing van het SVK Waasland;
Art. 2. Goedkeuring te verlenen aan de overeenkomst tot overdracht tussen SVK Waasland en Tuinwijk BV, waarbij Tuinwijk BV met ingang van 1 april 2023 de hoofdhuurovereenkomsten overneemt overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden als opgenomen in de voorliggende overeenkomst tot overdracht en haar bijlage;
Art. 3. Deze beslissing ter kennis te brengen van de stad Lokeren, bekend te maken op de webtoepassing en ter kennis te brengen van de toezichthoudende overheid via de overzichtslijst zoals bedoeld bij decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Karin Van de Sompel
Algemeen directeur
Robby De Caluwe
Voorzitter