De Burgemeester
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal , artikel 28 § 1, 2° en artikel 63, eerste lid;
Gelet op de nieuwe gemeentewet, artikel 133, § 2, en 135, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 2022 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;
Gelet op de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur COVID-19: vergaderingen van lokale bestuursorganen tijdens de coronacrisis;
Gelet op de verspreiding van het COVID-19 virus (coronavirus) binnen Europa en België;
Overwegende dat de gemeenten de specifieke opdracht hebben om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen; dat het tot de taak en de bevoegdheid van de gemeente behoort om passende maatregelen te nemen om epidemieën, zoals de ernstige dreiging die het COVID-19-virus met zich meebrengt, te voorkomen;
Overwegende dat de gemeenteoverheden dan ook op grond van deze algemene politiebevoegdheid maatregelen kunnen nemen om de openbare orde in de ruimste zin van het woord binnen de gemeente te verzekeren;
Overwegende dat de burgemeester, op grond van de artikelen 133, § 2, juncto 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet bevoegd is voor de vrijwaring van de openbare orde (zijnde rust, veiligheid en gezondheid) op openbare en publiek toegankelijke plaatsen; dat in het kader van voornoemde artikelen de burgemeester eveneens in dringende omstandigheden maatregelen kan uitvaardigen voor de organisatie van de vergaderingen van lokale bestuursorganen;
Gelet op het besluit van 1 februari 2022 om de zittingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in februari en maart 2022 enkel te laten doorgaan in digitale zitting volgens videoconferentie, dit teneinde de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Overwegende dat conform het hogervermelde koninklijk besluit van 5 maart 2022 het merendeel van de gezondheidsmaatregelen zijn opgeheven gelet op de gunstige gezondheidssituatie;
Overwegende dat het aangewezen is, ter bevordering van de dagelijkse werking van de bestuursorganen, om het burgemeesterbesluit van 1 februari 2022 vanaf heden op te heffen zodat de bestuursorganen opnieuw fysiek kunnen vergaderen, mits inachtname van de nog steeds geldende coronamaatregelen,
Art. 1. Het besluit van 1 februari 2022 om de zittingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn in februari en maart 2022 enkel te laten doorgaan in digitale zitting volgens videoconferentie, op te heffen.
Art. 2. Dit besluit bekend te maken zoals voorgeschreven in artikel 285 § 1 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.